Keteninformatie Flashcards

1
Q

DSN

A

De hele supply chain automatiseren en analyseren, om daadwerkelijk de customer satisfaction en performance te verbeteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Keteninformatisering

A

Het tot stand brengen van een informatie-structuur voor geautomatiseerde informatie-uitwisseling tussen organisaties in een bedrijfsketen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ketenvisie

A
  • Dominantketenprobleem (bullwhip effect)
  • Irrationele context van samenwerking (concurrent)
  • Ketenniveau (samenwerking in de gehele keten)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bullwhip effect

A

Door gebrek aan inzicht op de klantvraag, ontstaan er allerlei verstoringen in de voorraadbeheer in de keten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Control Tower

A

Een centraal punt in de supply chain die de hele overzicht in van de verschillende stromen weergeven. Het doel is continue flow creëren en end to end visibility.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Customer-driven supply chain

A

Alles, van grondstof tot levering aan de eindgebruiker, wordt beschouwd als onderdeel in de supply chain. Het is pull gedreven en is vraaggericht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Blockchain

A

Een blockchain is een online stuk database waarin informatie is opgeslagen. Deze informatie is in blokken opgeslagen en deze blokken passen precies op elkaar. Als er data aan een blockchain wordt toegevoegd of verwijderd, wordt de informatie overal gewijzigd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

5 voordelen van Blockchain

A
  • Traceerbaarheid
  • Transparantie
  • Geoptimaliseerde beveiliging
  • Verhoogde automatisering
  • Verbeterde samenwerking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Eigenschappen van Blockchain

A
  • Transparant
  • Decentraal
  • Onomkeerbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Functie van een Control Tower (PAFED)

A
  • Performance
  • Auditing and Reporting
  • Forecasting
  • Event
  • Decision
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarvoor dient een Control Tower?

A
  • Het waarschuwen voor potentiële problemen
  • Maakt aanbevelingen voor het oplossen
  • Je kunt de impact van het probleem zien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de 4 cyberrisico’s

A
  • Gijzelsoftware (criminelen blokkeren bestanden etc.)
  • Sensoren van IoT devices
  • De mens
  • Inhuren van personeel
  • DDoS-aanval (online diensten en netwerpaparatuur wordt aangevallen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

AI

A

Intelligentie die gedemonstreerd wordt door de computer. Machines kunnen cognitieve functies van een mensen na doen: het kan leren en is probleemoplossend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Deep learning

A

Deep learning is een subset van machine learning, wat in wezen een neuraal netwerk is met drie of meer lagen. Deze neurale netwerken proberen het gedrag van het menselijk brein te simuleren - zij het verre van overeen te komen met zijn vermogen - waardoor het kan “leren” van grote hoeveelheden gegevens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Machine learning

A

Leert vooral van grote datasets. Hierbij wordt een computermodel getraind om vanuit data nieuwe inzichten te verzamelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Supervised learning

A

Supervised learning gebruikt data die door mensen gelabeld is. Supervised data wordt gebruikt om voorspellingen te kunnen maken. Wij mensen leren hoe de computer de informatie moet interpreteren.

17
Q

Unsupervised

A

Unsupervised data gebruikt data die niet gelabeld is. De computer wordt zelf aan het werk gezet om op zoek te gaan naar overeenkomsten en verschillen. En daarna classificeren, en daar mee probeert iets te bereiken.

18
Q

Data science process

A

Obtain -> Scrub -> Explore -> Model -> Interpret

19
Q

Big Data

A

Het staat voor het verzamelen, verwerken en verbinden van de grote hoeveelheid gestructureerde, ongestructureerde of semi gestructureerde gegevens.
- Hoeveelheid, snelheid, kwaliteit en diversiteit

20
Q

Big Data Analytics

A

Het transformeren van data om zo een voorspellend en beslissend model te maken.

21
Q

Keteninformatie

A
  • Stroomlijnen van processen op ketenniveau
  • Over de organisatie heen
  • Sturing en overzicht van de keten