Leerboek, p. 38 Praatstoel N-F Flashcards
1
Q
gewicht - het
A
poids - le
2
Q
dronken
A
saoul - ivre
3
Q
raadplegen
A
consulter
4
Q
beweging(en) - de
A
mouvement - le
5
Q
schadelijk
A
nuisible
6
Q
smaken
A
goûter
7
Q
vermijden
A
éviter
8
Q
junkfood - het
A
nourriture sans valeur nutritive - la
9
Q
tussendoortje(s) - het
A
encas - l’
10
Q
kindsbeen (van kindsbeen af)
A
depuis la petite enfance
11
Q
levensverwachting(en) - de
A
espérance de vie - l’
12
Q
redden (levens redden)
A
sauver (sauver des vies)
13
Q
verzoorzaken
A
causer - provoquer