Leerboek, p. 26 Baas in eigen bord N-F Flashcards
1
Q
alvorens
A
avant de
2
Q
ontzeggen (zich iets ontzeggen)
A
se priver de qqch
3
Q
afwisselen
A
varier - alterner
4
Q
verzekeren
A
assurer
5
Q
vak(ken) - het
A
case - la / casier - le / branche - la
6
Q
vertegenwoordigen
A
représenter
7
Q
voedingskundige(n) - de
A
expert en alimentation - l’
8
Q
halen (uit)
A
retirer de
9
Q
vezel(s) - de
A
fibre alimentaire - la
10
Q
spijsvertering - de
A
digestion - la
11
Q
ons - het
A
once (100 g) - l’
12
Q
broodbeleg - het
A
garniture du pain - la
13
Q
smos(sen) - de
A
dagobert - le