Leerboek Orthopedie Flashcards

H4(1-57), H25(58-86), H26.1 t/m 26.4 (87-107), H8 (108-128), H28 (129-141), H30.1 t/m 30.3 (142-152)

1
Q

NSAID’s werken via …?

A

cox-oxygenase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

NSAID’s zijn prostaglandinesynthaseremmers (waar/niet waar)

A

waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de 3 effecten van NSAID’s? (3)

A

pijnremmend, koortswerend, ontstekingsremmend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat voor soort pijnstiller is naproxen?

A

NSAID

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat voor soort pijnstiller is diclofenac?

A

NSAID

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat voor soort pijnstiller is ibuprofen?

A

NSAID

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat leidt tot diagnose bij aanwijzingen voor diep veneuze trombose?

A

echografie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat leidt tot diagnose bij aanwijzingen voor een longembolie?

A

CT-scan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een tenotomie?

A

pees lossnijden van het bot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer worden tenotomies uitgevoerd? (2)

A

overbelasting van de pees en spiercontracturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe wordt een tenniselleboog verholpen met operatie?

A

tenotomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe wordt een sportblessure operatief verholpen?

A

tenotomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe wordt een adductiecontractuur ten gevolge van artrose van het heupgewricht operatief verholpen?

A

tenotomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een peestranspositie?

A

De insertie van een spier wordt naar een andere anatomische locatie verplaatst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe wordt een door reumatoïde artritis veroorzaakte ruptuur van de m. extensor pollicis longus operatief verholpen?

A

peestranspositie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe wordt een klapvoet door uitval van de n. peroneus operatief verholpen?

A

peestranspositie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is een peesverlenging?

A

Verlenging van de pees

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe wordt een spitsvoet ten gevolge van een te krap kuitspiercomplex operatief verholpen?

A

Verlenging van de pees

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is tenolysis?

A

losmaking van een pees uit de omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Hoe wordt een verkleving van spieren operatief verholpen?

A

tenolysis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is een tenodesis?

A

Gehele of gedeeltelijke doorsnede van de pees

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Hoe wordt een instabiliteit van het enkelgewricht operatief verholpen?

A

tenodesis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Hoe wordt een klompvoet operatief verholpen?

A

peesverlenging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is een peeshechting?

A

hechting van pezen aan elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Hoe wordt een achillespeesruptuur operatief verholpen?

A

peeshechting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Hoe wordt een hamstringruptuur operatief verholpen?

A

peeshechting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat is een osteotomie?

A

Het maken van een fractuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Hoe wordt een hallux valgus operatief verholpen? (2)

A

osteotomie, excisieatroplastiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat is een osteosynthese?

A

het operatief bij elkaar brengen van botten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat is een botverlenging?

A

Z-vormige osteotomie, dan osteosynthese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Wat is callotase?

A

Eerst osteotomie, dan uitwendige osteosynthese totdat een callus ontstaat, dan uitrekking van de callus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Hoe wordt een beenlengteverschil van 3-4 cm operatief verholpen?

A

botverlenging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Wat is atrotomie?

A

een gewricht opereren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Wat is een atrodese?

A

twee gewrichtsdelen laten vergroeien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Hoe wordt een artrose van het bovenste spronggewricht operatief verholpen?

A

atrodese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Wat is atroplastiek?

A

een ingreep waarmee gewricht geremodelleerd wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Wat is excisieatroplastiek?

A

Verwijdering van een deel van het gewricht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Wat is interpositieartroplastiek?

A

Het vullen van anatomische dode ruimte na een excisie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Hoe wordt aantasting van de MCP-gewrichten door reumatoïde artritis operatief verholpen?

A

interpositieartroplastiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Wat is een synovectomie?

A

Verwijdering synovium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Hoe wordt een chronische synovitis, zoals bij reumatoïde artritis operatief verhopen?

A

synovectomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Wat is een artrolyse?

A

Klieven van adhesies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Wat is een artroscopie?

A

gewricht in beeld brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Wat is een aspiratie operatie?

A

Opzuigen van de inhoud van een gewricht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Wat is een ernstige complicatie bij een aspiratie operatie?

A

iatrogene bacteriële artritis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Wat is een hechtingsoperatie?

A

aan elkaar hechten van de banden van een gewricht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Hoe wordt een letsel van het ulnaire collaterale bandje van het MCP-1 gewricht operatief verholpen?

A

hechtingsoperatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Wat is een reconstructieoperatie (orthopedie)?

A

reconstrueren van pees of fascia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

Wordt een voorste kruisband vaak gereconstrueerd?

A

Ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

Wat is een capsulorafie?

A

Reven van bandocomplex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

wat is reven?

A

Oppervlakte verkleinen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

Wat is een decompressie operatie bij zenuwen?

A

klieven van de tunnel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
53
Q

Wat wordt er gekliefd bij een decompressie operatie bij carpale tunnelsyndroom?

A

lig. carpi transversi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
54
Q

Voor hechten van zenuwen heb je een microscoop nodig.

A

Ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
55
Q

Wat is neurolyse?

A

Vrijlegging van een zenuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
56
Q

De revalidatiearts speelt een grote rol na een amputatie.

A

Ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
57
Q

Wat is dit?

A

Scapula alata rechts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
58
Q

Bij een letsel aan de schouder bij het gooien van een bal bovenhands werpen is er vaak sprake van een…?

A

luxatie van schouderblad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
59
Q

Bij een luxatie bij een elektrische shock of een epileptische aanval is dit meestal een luxatie (naar voren/achteren)

A

Luxatie naar achteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
60
Q

Wat is een subluxatie?

A

Wanneer er na een schouderluxatie letsel is aan het labrum, de kapselaanhechting of het kapsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
61
Q

Van welk soort letsel is een subluxatie vaak het gevolg?

A

posttraumatische voorste schouderluxatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
62
Q

Bij een val op een uitgestoken elleboog en hand kan er sprake zijn van een …?

A

voorste schouderluxatie

63
Q

Wat is dit?

A

anterieure luxatie rechterschouder

64
Q

Wat is dit?

A

Een anterieur geluxeerde humeruskop

65
Q

Bij bijna 50 % van de schouderluxaties treedt een
partieel tractieletsel op van de plexus brachialis
of van de n. axillaris. Dit herstelt meestal zonder
restverschijnselen.

A

Ja

66
Q

Wat is nodig voor een schouderrepositie?

A

Ontspannen patiënt, intraveneue analgesie, spierrelaxans

67
Q

Welke onderzoeken moeten er gedaan worden na repositie van de schouder? (4)

A

röntgen, neurologisch, arteriële pulsaties, isometrische exo/endorotatie

68
Q

Bij jonge mensen zal men de schouder
gedurende 3 weken immobiliseren na een schouderrepositie.

A

Ja

69
Q

Wat is dit?

A

Posterieure luxatie rechterschouder

70
Q

Wat is dit?

A

posterieur geluxeerde humeruskop

71
Q

Wat is dit?

A

Normale schouder

72
Q

Bij een posterieure schouderluxatie is een (beperkte)
actieve schouderfunctie mogelijk

A

Ja

73
Q

Bij lichamelijk onderzoek is het scapulothoracale
bewegingspatroon van de schouders verschillend (de
exorotatie is onder meer fors beperkt bij een posterieure schouderluxatie

A

Ja

74
Q

Op een AP-röntgenopname kan de diagnose worden
gemist en daarom is altijd een transscapulaire
opname en/of axiale opname noodzakelijk bij een posterieure schouderluxatie

A

Ja

75
Q

Wat is dit?

A

luxatie humeruskop

76
Q

Wat is dit?

A

naar posterieur geluxeerde en gefractuurde humeruskop

77
Q

Wat is dit?

A

volledige luxatie acromioclaviculaire gewricht

78
Q

Een directe val op de punt van de schouder aan de laterale zijde van het acromion kan wat veroorzaken?

A

volledige luxatie acromioclaviculaire gewricht

79
Q

Welk soort schouderletsel komt vaak voor bij contactsporten of bij een fietsongeluk?

A

Acromioclaviculaire luxatie

80
Q

Wat is pijn ten hoogte van het AC-gewricht en een zwelling ten hoogte van het distale uiteinde van de clavicula? (schouder)

A

acromioclaviculaire luxatie

81
Q

Wat is het pianotoetsfenomeen?

A

Wanner je de clavicula kan indrukken als een pianotoets

82
Q

Wat is de behandeling bij een type 1 en 2 op de tossy schaal letsel?

A

collar and cuff

83
Q

Wat is dit?

A

peesruptuur m. biceps brachii

84
Q

Wat is dit?

A

Tendinitis calcarea

85
Q

Wat is adhesieve capsulitis?

A

Frozen shoulder

86
Q

Wat is dit

A

Schouderartose

87
Q

Waaruit bestaat het ellebooggewricht? (3)

A

distale humerus, ulna, radius

88
Q

Welk gedeelte van het ellebooggewricht maakt flexie en extensie mogelijk? (1)

A

ulnohumerale deel maakt flexie/extensie mogelijk

89
Q

Welk deel van het ellebooggewircht maakt rotatie (pro/supinatie) mogelijk?

A

radio-ulnaire deel maakt rotatie (pro/supinatie) mogelijk

90
Q

Waarvoor dient het radiohumerale deel van het ellebooggewricht?

A

afsteunpunt voor de radius

91
Q

Wat zijn corpora libera?

A

Los stukje bot wat in een gewricht zit

92
Q

Hoe ontstaan corpora libera? (2)

A

door synoviale chrondromatose en osteochronditis dissecans

93
Q

Wat is de ziekte van Panner?

A

Avasculaire necrose van de laterale humeruscondyl

94
Q

Wat is het gevolg van de ziekte van Panner?

A

groeistoornis van de gehele laterale humeruscondyl (capitelum)

95
Q

Wat is het verschil tussen de ziekte van Panner en osteochondrosis dissecans?

A

ziekte van Panner ontstaat spontaan, osteochondrosis dissecans komt na te veel sporten

96
Q

Wat komt vaker voor, primaire of secundaire artrose van de elleboog?

A

secundaire

97
Q

Hoe ontstaat tenniselleboog? (3)

A

door overbelasting bij de origo van de extensoren van pols en hand op de laterale epicondylus van de elleboog

98
Q

Wat is epicondylitis lateralis?

A

Tenniselleboog

99
Q

Wat is student’s elbow?

A

Bursitis olecrani

100
Q

Wat is Golferselleboog?

A

epicondylitis medialis

101
Q

Wat is het cubitaletunnelsyndroom?

A

neuropathie van de n. ulnaris

102
Q

Wat zijn andere namen voor roeierspols? (2)

A

intersection syndrome, Oarsman’s wrist

103
Q

Wat is er mis bij een roeierspols?

A

tenosynovitis

104
Q

Wat is dit?

A

Tenovaginitis van de Quervain

105
Q

Wat kan je vinden op deze plekken?

A

Ganglion

106
Q

Bij welke spieren is er motorische uitval bij carpale tunnel syndroom? (2)

A

m. abductor pollicis brevis, m. opponens pollicis

107
Q

Welke zenuw is er beklemd bij carpale tunnel syndroom?

A

n. medianus

108
Q

Wat is de Wet van Wolff?

A

Botten kunnen zich aanpassen aan de eisen die eraan worden gesteld

109
Q

Wat is een marsfractuur?

A

vermoeidheidsfractuur van metatarsalia

110
Q

Wat is het meest getroffen bot voor een stressfractuur?

A

Tibia

111
Q

Bij een os naviculare van de voet is er vaak sprake van een voorafgaande stoornis in de bloedcirculatie

A

Ja

112
Q

Wat is dit?

A

Stressfeactuur van os naviculare in de voet

113
Q

Welke 3 stressfracturen hebben een lange genezingsduur?

A

os naviculare van de voet, metatarsale 5, voorste tibiacortex

114
Q

Waarom is het beter om te spreken van een tendinopathie dan van een tendinitis bij sportproblemen aan de achillespees?

A

Omdat de microscopische inhoud van de achillespees sterk is verminderd (ook met vermindering van ontstekingscellen)

115
Q

Wanneer is er sprake van het syndroom van Haglund bij een insertietendinopathie? (3)

A

insertietendinopathie met bursitis retrocalnea en prominerend tuber calcanei

116
Q

Wat is dit? wat wijst de pijl aan?

A

Syndroom van Haglund, pijl is bursitis retrocalcanea

117
Q

Wat is een ander woord voor logesyndroom?

A

Chronisch compartimentsyndroom

118
Q

Waar in het lichaam komt het chronisch compartimentsyndroom het meeste voor?

A

anticusloge van het onderbeen

119
Q

Wat is het criterium om van een compartimentsyndroom te spreken?

A

het duurt na inspanning langer dan zes minuten voordat de weefseldruk zich onder de uitgangswaarde bevindt die voorafgaand aan de inspanning werd gemeten.

120
Q

Wat is dit? Wat is de pijl?

A

Footballer’s ankle, grote osteofyt

121
Q

Wat is apexitis patellae? (syn)

A

Jumper’s knee

122
Q

Wat is dit? Wat is pijltje?

A

Jumper’s knee, pijltje is zwelling onder de onderpool van patella

123
Q

Wat is een iliotibiaal frictiesyndroom? (syn)

A

Runner’s knee

124
Q

Wat laat beeldvormend onderzoek zien bij een runner’s knee

A

Niets

125
Q

Wat is een meniscusscheur (syn)?

A

voetbalknie

126
Q

Wat is femoroacetabulair impingement (syn)?

A

Heupinpingement

127
Q

Wat is dit?

A

CAM-laesie

128
Q

Waarvoor staat GIRD?

A

Glenohumeral Internal Rotation Deficit

129
Q

Wat is gonartrose?

A

Artrose van de knie

130
Q

Wat is artrose?

A

Gewrichtsslijtage

131
Q

Wat is een hydrops?

A

Synoviale vochttoename

132
Q

Wat is dit?

A

Gonartrose

133
Q

Wat is dit?

A

Gonartrose

134
Q

Wat is dit?

A

Osteonecrose

135
Q

Wat is een flexiecontractuur?

A

Als een gewricht constant in flexie staat

136
Q

Wat zijn slotklachten?

A

wisselende haperingen bij het bewegen

137
Q

Waardoor ontstaan slotklachten meestal?

A

losse bot/kraakbeenfragmenten

138
Q

Wat is een corpus liberum? (syn)

A

gewrichtsmuis

139
Q

Wat zijn blokkadeklachten?

A

Bewegingen worden geblokkeerd

140
Q

Wat is dit?

A

Geïsoleerde patellofemorale artrose

141
Q

Waar zit lage rugpijn?

A

Onder de ribben, boven de bilspleet

142
Q

Aspecifieke rugpijn is een diagnose exclusionem

A

Ja

143
Q

Vanaf wanneer is er sprake van chronische lage rugklachten?

A

als > 3 maanden

144
Q

Mensen die roken hebben vier keer vaker rugklachten door discusdegeneratief

A

Ja

145
Q

Aspecifieke lagerugklachten is een biopsyschischsociaal probleem.

A

Ja

146
Q

Wat is er mis bij spondylose? (4)

A

verminderde hoogte tussenwervelruimte, sclerosering dek- en sluitplaten en aanwezigheid van syndesmofyten

147
Q

Is de discus intervertebralis een synoviaal gewricht?

A

NEE

148
Q

Wat is spondylartrose?

A

Dunner worden kraakbeenlaag van tussenwervelschijven

149
Q

Wat is discopathie?

A

Pijn in de discus

150
Q

Wat is dit?

A

Degeneratieve spondylolisthesis

151
Q

Wat is Diffuse Idiopathische Skeletale Hyperostose (DISH) (syn?_

A

Ziekte van forestier

152
Q

Wat gebeurt er bij Ziekte van forestier?

A

calcificatie van ligamenten

153
Q
A