Latijnse woorden en uitdrukkingen (woordenschat 5) Flashcards
ad hoc
voor de zaak; voor dit doel in bijzonder
ad rem
gepast; ter zake (gevat)
alter ego
andere kant van jezelf; tweede ik
casu quo
in het zich voordoende geva;
communis opinio
algemene mening; opvatting van de gemiddelde burger
conditio sine qua non
noodzakelijke voorwaarde
contradictio in terminis
term die een innerlijke tegenspraak bevat
corpus delicti
voorwerp waarmee een misdrijf is gepleegd
cum laude
met lof
cum suis
met de zijnen
Deo volente
zo de Heere wil (en wij leven)
ex aequo
op gelijke hoogte
modus operandi
werkwijze
mutatis mutandis
met de veranderingen die nodig zijn bij een andere toepassing
nota bene (NB)
let goed op
persona non grata
ongewenste persoon
postscriptum (PS)
naschrift; toevoeging in een brief of mail ná de handtekening
primus inter pares
de eerste onder zijns gelijken
pro Deo
voor niets; zonder financiële vergoeding
stante pede
meteen; op staande voet
status quo
toestand waarin zich iets bevindt; bestaande toestand
sub rosa
vertrouwelijk; in vertrouwen
tabula rasa
onbeschreven blad; schone lei
terra incognita
onbekend land; zaak waarvan men niets weer
carpe diem
pluk de dag
divide et impera
verdeel en heers
errare humanum est
vergissen is menselijk
in vino veritas
wie dronken is, laat zijn ware aard zien
memento mori
gedenk te sterven
mens sana in corpore sano
een gezonde geest in een gezond lichaam
morituri te salutant
zij die gaan sterven, groeten u
nil volentibus arduum
niets te moeilijk voor hen die willen
nomen est omen
de naam is een voorteken
pecunia non olet
geld stinkt niet
ora et labora
bid en werk
quo vadis?
waarheen gaat gij?
si vis pacem, para bellum
wie de vrede liefheeft, wapene zich ten oorlog
vanitas vanitatum, omnia vanitas
ijdelheid der ijdelheden, alles is ijdelheid
veni, vidi, vici
ik kwam, zag en overwon