Latijnse woorden en uitdrukkingen (woordenschat 5) Flashcards

1
Q

ad hoc

A

voor de zaak; voor dit doel in bijzonder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ad rem

A

gepast; ter zake (gevat)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

alter ego

A

andere kant van jezelf; tweede ik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

casu quo

A

in het zich voordoende geva;

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

communis opinio

A

algemene mening; opvatting van de gemiddelde burger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

conditio sine qua non

A

noodzakelijke voorwaarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

contradictio in terminis

A

term die een innerlijke tegenspraak bevat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

corpus delicti

A

voorwerp waarmee een misdrijf is gepleegd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

cum laude

A

met lof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

cum suis

A

met de zijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Deo volente

A

zo de Heere wil (en wij leven)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

ex aequo

A

op gelijke hoogte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

modus operandi

A

werkwijze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

mutatis mutandis

A

met de veranderingen die nodig zijn bij een andere toepassing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

nota bene (NB)

A

let goed op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

persona non grata

A

ongewenste persoon

17
Q

postscriptum (PS)

A

naschrift; toevoeging in een brief of mail ná de handtekening

18
Q

primus inter pares

A

de eerste onder zijns gelijken

19
Q

pro Deo

A

voor niets; zonder financiële vergoeding

20
Q

stante pede

A

meteen; op staande voet

21
Q

status quo

A

toestand waarin zich iets bevindt; bestaande toestand

22
Q

sub rosa

A

vertrouwelijk; in vertrouwen

23
Q

tabula rasa

A

onbeschreven blad; schone lei

24
Q

terra incognita

A

onbekend land; zaak waarvan men niets weer

25
Q

carpe diem

A

pluk de dag

26
Q

divide et impera

A

verdeel en heers

27
Q

errare humanum est

A

vergissen is menselijk

28
Q

in vino veritas

A

wie dronken is, laat zijn ware aard zien

29
Q

memento mori

A

gedenk te sterven

30
Q

mens sana in corpore sano

A

een gezonde geest in een gezond lichaam

31
Q

morituri te salutant

A

zij die gaan sterven, groeten u

32
Q

nil volentibus arduum

A

niets te moeilijk voor hen die willen

33
Q

nomen est omen

A

de naam is een voorteken

34
Q

pecunia non olet

A

geld stinkt niet

35
Q

ora et labora

A

bid en werk

36
Q

quo vadis?

A

waarheen gaat gij?

37
Q

si vis pacem, para bellum

A

wie de vrede liefheeft, wapene zich ten oorlog

38
Q

vanitas vanitatum, omnia vanitas

A

ijdelheid der ijdelheden, alles is ijdelheid

39
Q

veni, vidi, vici

A

ik kwam, zag en overwon