Betrouwbaarheid Flashcards
1
Q
Waarvan is de betrouwbaarheid van informatie op internet afhankelijk?
A
van de bron
2
Q
Waar moet je bij betrouwbaarheid op letten?
A
- de auteur en organisatie
- het doel
- de inhoud
- de actualiteit
3
Q
Waar moet je bij de auteur en organisatie op letten?
A
- van wie is de instantie? (particulier, bedrijf, organisatie, stichting, overheidsinstantie)
- is de site een weblog of een forum?
- wie is de schrijver? (verstand? belangen?)
- wat is de schrijfstijl? (zakelijk, persoonlijk, objectief, subjectief)
- bevat de tekst taalfouten?
4
Q
Waar moet je bij het doel op letten?
A
- welke bedoeling heeft de auteur? (informeren, overtuigen, etc.)
- worden er verschillende kanten van het onderwerp belicht?
- is de site eigendom van een organisatie met bepaalde belangen?
5
Q
Waar moet je bij de inhoud op letten?
A
- voor welke doelgroep is het bestemd?
- is de informatie primair, of in andere bronnen gevonden?
- is de informatie controleerbaar?
- komt de informatie overeen met andere sites?
6
Q
Waar moet je bij de actualiteit op letten?
A
- hoe oud is de informatie?
- kan de informatie achterhaald zijn?
- komt de informatie overeen met de informatie die je elders hebt gevonden?
7
Q
Wat is de vuistregel?
A
als iets te mooi klinkt om waar te zijn is dat waarschijnlijks zo