Latijnse Benamingen Flashcards
1
Q
Cerebrum
A
Grote hersenen
2
Q
Cerebellum
A
Kleine hersenen
3
Q
Mesencephalon
A
Midden hersenen, bovenste gedeelte van hersenstam
4
Q
Diënchephalon
A
Tussenhersenen
5
Q
Pons/brug
A
Uitsteeksel van hersenstam
6
Q
Cortex
A
Hersenschors, buitenste laag van hersenen
7
Q
Hersenstam
A
Truncus cerebri
8
Q
Medula oblongata
A
Verlengde merg
9
Q
Occipitaal
A
Achterhoofdskwab
10
Q
Corpus callossum
A
Hersenbalk
11
Q
Frontaal
A
Voorhoofdskwab
12
Q
Pariëtaal
A
Wandbeen
13
Q
Temporaal
A
Slaapkwab
14
Q
Durameter
A
Harde hersenvlies
15
Q
Arachnoiden
A
Spinnenwebvlies, ligt tegen durameter (harde hersenvlies)