Laatste beetje Flashcards
1
Q
Wat zijn de sluisregels?
A
- Deuren gesloten? Houdt voldoende afstand van de deur;
- Vaar niet voorbij bord B7 zonder toestemming sluiswachten;
- Op een wachtplaats mag niet worden getankt zonder toestemming sluiswachter;
- Bij invaren gaat beroepsvaart voor;
- Pleziervaart op volgorde van binnenkomst
- Sluismeester bepaald wat en/of hoe
- Houdt veilige afstand van de beroepsvaart
- Houdt voor- en achtertros slippend
- Tijdens schutten, motor uit;
- Bij uitvaren wachten met losgooien tot beroepsvaart de sluis uit is
2
Q
Wat is het recht op voorschutting?
A
Als schepen alsnog eerder mogen bij nadering sluis, terwijl zij later aankwamen
- Denk aan hulpverlening met rode wimpel
3
Q
Wat is niet meer toegestaan bij slecht zit?
A
- Verkeerde wal procedure
4
Q
Wat is verplicht bij slecht zit?
A
- Radar moet aan indien aanwezig
- Radarreflector hijsen
- Waar geen radarplicht is moeten grote schepen elke minuut het mistsein geven; 1 lange stoot
Kleine schepen mogen dit doen, hoeft niet
RPR= zonder radar niet varen
5
Q
Waar is het verboden om een ligplaats te nemen?
A
- Bij een verbod
- Onder een brug of hoogspanningslijn
- In een engte of nabijheid hiervan
- Voor de uitmonding van een vaarweg of voor een haveningang
- In het traject van een veerpont
- Keerplaats voor grote schepen
- Ligplaatsen voor de beroepsvaart
- Bij aanlegplaats moet je andere schepen toestaan langszij af te meren. Anderen mogen ook via jouw schip naar wal. Dit is niet voor laden en lossen
- Spudpalen mogen gebruikt worden met bord E.6.1
6
Q
Hoe herken je een bovenmaats zeeschip?
A
- 3 rondom schijnende lichten
- Overdag zwarte cilinder
7
Q
Wat is de RPR definitie van een klein schip?
A
- Kleiner dan 20 meter muv
- Een schip dat andere dan kleine schepen mag slepen, duwen of langszij mag meevoeren
- Een schip die meer dan 12 passagiers mag vervoeren
- Een verpont
- Een duwbak