3. Vaarwater

Question 1

Want zijn de schaaldelen van Beaufort?

Answer 1

0 - windstil
1 - Zeer zwakke wind
2 - Zwakke wind
3 - matige wind
4 - matige wind
5 - vrij krachtige wind
6 - krachtige wind
7 - harde wind
8 - stormachtige wind
9 - storm
10 - zware storm
11 - zeer zware storm
12 - orkaan

Question 2

Wat is de staand rand op een waterkaart en waarvoor kun je deze gebruiken?

Answer 2

De staande rand is de verticale rand van de kaart. Vanaf die rand kun je afstanden meten met een kaartpasser.

Question 3

Pagina 320 toeveogen

Question 4

Wat is de sluiskolk?

Answer 4

Het gedeelte tussen de twee sluisdeuren

Question 5

Wat is de sluiskom?

Answer 5

Het gedeelte buiten de sluiskolk waar schepen wachten

Question 6

Wat is het verschil tussen BB h en BB H GEH?

Answer 6

BB H is de doorvaarthoogte van de brug in gesloten stand

Question 7

Wat zijn 2 manieren om in te schatten of je onder een gesloten brug door kunt varen?

Answer 7

Als men vanaf het hoogste punt onder de brug door de horizon kan zien, kan me er onder door.

Als men vanaf dat punt de onderste draagblak kan zien die het verste weg is, kan men er onder door.

Question 8

Wat is een boezem?

Answer 8

Een gebied met eigen bemalingregime

Question 9

Wat is de kruiphoogte?

Answer 9

De afstand vanaf de waterspiegel tot het hoogste punt van de boot.

Question 10

Wat betekent GHW en GlW?

Answer 10

Gemiddeld hoog/laag water

Question 11

Hoe zie je aan welke kant van de sluisdeuren het hoog water is?

Answer 11

De pijltjes staan die kant uit.

Question 12

Wat zijn de belangrijkste markeringssystemen?

Answer 12

• Signi (binnenwater muv Waddenzee, Westerschelde & Eems-Dollard)
• IALA (Waddenzee, Westerschelde & Eems-Dollard)

Question 13

Wat zijn de manieren om vaarwater te markeren?

Answer 13

• Lateraal (weergeeft de loop van het vaarwater)
• Cardinaal (Weergeeft gevaren voor de scheepvaart)

Question 14

Wat zijn de drijvende en vaste tekens?

Answer 14

• Boeien
• Tonnen
• Sparboeien (cilinder)
• Bakens

+ Drijfbakens (cilindertonnen met topteken)

+ Kopbakens (vast in de grond met topteken)

+ Steekbakens/prikken (takken dicht is links)

Question 15

Aan welke kant treft men een groene betonning/bakens?

Answer 15

Bakboordzijde als men richting de zee gaat.

Question 16

Aan welke kant treft men een rode betonning/bakens?

Answer 16

Stuurboordzijde als men richting de zee gaat.

Question 17

Wat zijn de verschillende soorten verlichting?

Answer 17

• Q/VQ = Quick of Very Quick flash
• Fl/LFI = Flash en Long Flash
• ISO
• Oc = Occulting (onderbroken)
• Mo = Morsecode
• F = Fixed

Question 18

Hoe verloopt de nummering van betonning?

Answer 18

Deze start vanuit zee. Rood = even

Question 19

Wat is de betekenis van de scheidingston die is afgebeeld?

Answer 19

Hoofdwater links; Om het hoofdwater (stroomafwaarts) te volgen dient deze scheidingston aan stuurboord gehouden te worden. Het licht die hierop zit is rood en flikkert.

Question 20

Wat is de betekenis van de scheidingston die is afgebeeld?

Answer 20

Hoofdwater rechts; Om het hoofdwater (stroomafwaarts) te volgen dient deze scheidingston aan bakboord gehouden te worden. Het licht die hierop zit is groen en flikkert.

Question 21

Wat is de betekenis van de scheidingston die is afgebeeld?

Answer 21

Scheiding vaarwater van gelijkwaardig belang.De ton heeft beginletters van beide wateren op alfabet. Het licht die hierop zit is snel iso 2s wit.

Question 22

Wat zijn aanvullende markeringen?

Answer 22

Groen/wit kegel of rood/wit stomp markering die gebruikt wordt om bruikbaar vaarwater buiten de hoofdbetonning aan te geven. Het kent geen verlichting en geen nummers.

Question 23

Waar worden gele tonnen voor gebruikt?

Answer 23

Voor het aangeven van een gebied waar je rekening mee dient te houden.

Question 24

Wat betekent de betonning op de afbeelding?

Answer 24

Markering afzonderlijk gevaar, die altijd recht boven het gevaar wordt geplaatst.

Question 25

Wat voor een markering wordt er gebruikt voor gevaar in smal vaarwater?

Answer 25

• Lateraal; de betonning van de vaargeul wordt verlegd
• Wrakschuitje: een geel ponton met seinmast wordt aan het obstakel verankerd met kenmerken drijvend werktuig of vastgevaren etc

Question 26

Wat zijn krib- en oeversbakens?

Answer 26

Kleine driehoekjes in rood (omlaag) of groen (omhoog) voor obstakels buiten het vaarwater.

Question 27

Wat zijn dieptebakens?

Answer 27

Bakens die aangeven welke kant van de vaargeul het diepste is. Langs de linkeroever groen boven (driehoek) wit beneden (driehoek). Aan de rechterover vierkant rood baken met witte band langs onder en bovenkant.

Question 28

Wat is het lichtschema van de cardinalen?

Answer 28

N = constant flikkeren

O = 3x knipperen

Z = 6x knipperen en lange schittering. Hierna duisternis

W = 9x knipperen

Question 29

Waar wordt de boei van de afbeelding voor gebruikt?

Answer 29

Midwaterboei voor weergeven van het midden of diepste punt van het vaarwater. iso 8s

Question 30

Wat zijn de kanalen op de marifoon om het weerbericht op te ontvangen?

Answer 30

23 of 83.

8: 05
13: 05
19: 05
23: 05

Question 31

Wat is een synopis?

Answer 31

Een kort overzicht van het algemene weerbeeld

Question 32

Wat is een ruimende of krimpende wind?

Answer 32

• Ruimende wind wil zeggen dat de wind met de klok meedraait.
• Krimpende wind draait tegen de klok in.

Question 33

Wat zijn de verschillende zicht typen bij mist?

Answer 33

• Goed = meer dan 10km
• Matig = tussen 4 - 10 km
• Slecht = tussen 1 - 4km
• Mist = <1km

Question 34

Wat is het schil tussen lage en hoge druk?

Answer 34

Bij een lage luchtdruk (depressie) wordt het weer slechter, bij hoge luchtdruk beter.

Question 35

Wat zijn isobaren?

Answer 35

Isobaren zijn lijnen over plaatsen waar op hetzelfde tijdstip eenzelfde luchtdruk heerst.