Kracht En Duurtraining Flashcards

1
Q

Duurtraining

A
  • O2 oxidatief
  • hoge ATP productie
  • Koohlhydraten en vetten energiebron
  • lage intensiteit
  • spiervezeltype 1
  • Mitochondrium
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verandering na duurtraining

A

1 cardiovasculaire aanpassing
2 respiratoire aanpassingen
3 effect op lichaamssamenstelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Cardiovasculaire aanpassing

A
  • hartgroote + slagvolume groter
  • bloedvolume hoger — toename VO2max
  • doorbloeding van spieren omhoog
  • bloeddruk omlaag
  • toename hartminuutvolume
  • spiervezel aanpassing
  • sneller herstel HF
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Respiratoire aanpassing

A
  • verbeterde longdiffusie
  • arterioveneuze verschil neemt toe
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Effect op lichaamssamenstelling

A
  • gewicht
  • vet percentage
  • taillieomvang
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Krachttraining

A

Massa x versnelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Krachttraining afhankelijk

A
  • Type 1 spiervezel
  • stimulatiefrequentie
  • aantal en type motor-units
  • dwarsdoorsnede spier
  • type contractie
  • lengte van de spier
  • snelheid van de contractie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Oorzaken voor meer kracht

A

< 10 weken — neurale sturing, betere coördinatie
> 10 weken — hypertrofie, verdikking van spiervezel
> 10 weken — hyperplasie, nieuwe spiervezels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Effecten van krachttraining

A
  • neurologische adapties
  • musculaire adaptie
  • adaptie skelet / pezen en ligamenten
  • endokrine adaptie
  • adaptie in lichaamssamenstelling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Neurologische adaptie

A

Betere afstemming motor-units / coördinatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Musculaire adaptie

A

Hypertrofie : toename doorsnee FT en ST vezels, meer bij FT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Adapties skelet / pees en ligamenten

A

Meer bot aanmaak, meer netto collageen productie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Endokrine adapties

A

Meer testosteron en groeihormoon acuut — hypertrofie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Adapties in lichaamssamenstelling

A

Meer vetvrije massa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

7 variabelen

A

1 duur (weken)
2 frequentie (per week)
3 sets
4 herhalingen
5 intensiteit
6 snelheid
7 rust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

FITT-VP Principe

A

F requentie
I ntensiteit
T ype training
T ijdsduur per training
V olume ( in schema)
P rogressie in loop van tijd