Energiesystemen Flashcards
1
Q
Energie
A
— vermogen om arbeid te verrichten ( kracht over bepaalde afstand )
Chemische energie — halen wij uit voeding
Mechanische energie — gebruiken wij om arbeid te verrichten
- komt vrij tijdens splitsen van ATP naar ADP +P
2
Q
Energiebronnen
A
Eiwitten vetten koolhydraten
3
Q
Energiesystemen
A
- Fosfaat - systeem
- Anaerobe glycolyse
- Aerobe oxidatieve systeem
4
Q
Fosfaat-systeem
A
- anaerob alactacid
- het opgeslagen creatinefosfaat wordt gesplitst naar creatine + P = chemische energie
- energie wordt gebruikt om ATP te maken
- ATP splitst naar ADP + P = mechanische energie
Capaciteit 14 sec. Herstel 2-5 min
5
Q
Anaerobe Glycolyse
A
- anaerob lactacid
- Glycolyse is de verbranding van Koolhydraten
- reststof van Glycolyse is Pyrodruivezuur —> er komt geen zuurstof bij — lactaat ontstaat
- spieren verzuren - kunnen niet contraheren
Capaciteit 2-3 min herstel 1-1,5 uur
6
Q
Aerob oxidatief systeem
Aerobe glycolyse
A
- glycolyse — reststof is pyrodruivezuur
— er komt zuurstof bij waardoor Acetyl-co-A Enzyme - Citroënzuur-cyclus : door Acetyl-co-A ontstaan reacties
- Electronentransportketen: electronen en H+ kan reageren zodat de PH waarde neutraal blijft
