knm Flashcards

1
Q

spieren

A

muscles

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

overgewicht

A

overweight

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

evengewicht

A

balance

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

de zuivel

A

dairy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

het tussendoortje

A

snack

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

het broodbeleg

A

bread topping

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de vleeswaren

A

meat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

zoet

A

sweet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

zuur

A

sour

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

de belansoefening

A

balance exercises

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

de beweergerichtlijnen

A

exercise guidelines

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

depressief

A

depressive

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

de diabetes

A

diabetes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

de dietst

A

the dieticinary

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

de eiwitten

A

protein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

de hart- en vaatziektes

A

cardiovascular diseases

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

de koolhydraten

A

carbohydrates

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

matig intensief bewegen

A

moderately intensively exercise

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

de mineralen

A

the minerals

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

plantaardig

A

vegetable

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

de spier- en botversterkende activiteit

A

muscle and bone-strenghtening activities

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

de symptoom

A

the symptom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

de vetten

A

fats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

de vezels

A

fibers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
de vitamines
vitamins
26
de voedingsstof
the nutrients
27
volkoren
whole wheat
28
botversterkende
bonestrenghtening
29
verspreiden
spread
30
stofzuigen
vacuuming
31
zorgverzekering
health insurance
32
klachten
complaints
33
geestelijk
spiritually
34
doorverwijzen
refer
35
been
leg
36
voorgeschreven
prescribe
37
verdwennen
disappear
38
oorzaak
cause
39
dringend
urgent
40
de ingreep - ingrepen
intervention(s)
41
weigeren
to refuse
42
toestemming
permission
43
tegelijk
at the same time
44
twijfel
doubt
45
betrouwbare
trustable
46
tevreden
satisfied
47
eerlijk
honestly
48
psychisch
psychological
49
operatie
surgery
50
angst
anxiety
51
innemen
take (medicine)
52
verdwenen
disappear
53
bijhouden
to keep up
54
overgaan
to pass - f.e., klachten vanzelf overgaan
55
geneesmiddelen
medications ( = het medicijnen)
56
gunstige
favorable
57
ongunstige
unfavorable
58
bijwerkingen
side-effects
59
drogisterij
drugstore
60
hoesten
coughing
61
de brandweer
fire department
62
de huisartsenpost
the GP office
63
de hulpdienst
the emergency service
64
levensbedreigend
life-threatening
65
de spoedeisende hulp
the emergency room
66
de spoedsgeval
the emergency case
67
de verwonding
the injury
68
rekening
bill
69
slot
lock
70
vorkomen
prevent
71
het gebit
teeth
72
ontdekken
discover
73
tandvlees
gums
74
het gaatje
little hole
75
de vullingen
fillings
76
de verdovingen
anesthetics
77
tandenpoetsen
brushing teeth
78
tandenstoken
tooth pick
79
de beugel
the braces
80
de chirurg
the surgeon
81
kaakchirurg
oral surgeon
82
opvoedig
education
83
childbirth
bevalling
84
Caesarean section
kiezersnede
85
maternity nurse
kraamverzorgende
86
breastfeeding
borstvoeding
87
maternity care
kraamzorg
88
tenatus
tenatus
89
walk-in consultation
inloopsspreekuur
90
necessary
noodzakelijk
91
declare
declareren
92
own risk
eigen risico
93
supplementary health insurance
aanvullende zorgverzekering
94
reimburse
vergoeden
95
transfer
overstappen
96
housekeeping
het huishouden
97
to dress
aankleden
98
day care
dagbesteding
99
the disability
de handicap
100
the domestic worker
de huishoudelijke hulp
101
the caregiver
de hulpverlener
102
indication
de indicatie
103
the physical disability
de lichaamelijke beperking
104
mental health care
de mentalezorg
105
the mental illness
de psychische aandoening
106
home care
de thuiszorg
107
the nursing home
het verpleeghuis
108
nursing
de verpleging
109
the intellectual disability
de verstandelijke beperking
110
WLZ
Wet landurige zorg: intensieve zorg voor kwetsbare ouderen, mensen met een handicap etc.
111
the healthcare provider
de zorgaanbieder
112
the healthcare office
de zorgkantoor
113
career
loopbaan
114
mathematics
wiskunde
115
primary school | ilk okul
basisschool
116
teacher | not docent
leerkracht
117
pupil | student
leerlingen
118
# ``` ``` freedom
vrijheid
119
# ``` ``` sewing machine
naaimachine
120
benefit
uitkering
121
subjects | op school
vakken
122
geography
aardrijkskunde
123
history
geschiedenis
124
middle school
middelbareschool
125
bijzonder onderwijs | example?
e.g., islamatische of catholic
126
ISK | internationale schalklas
if you dont have enough dutch this is where you go
127
basischool duurt?
8 jaar
128
welke leeftijden is basischool voor?
4-16
129
funeral
begrafenis
130
manager
directeur
131
religious
religieuze
132
involved
betrokken
133
contribute
bijdragen
134
excursion
de excursie | de schoolreis
135
calculator
rekenmachine
136
forward | an email
doorsturen
137