klinische diagnostiek Flashcards
1
Q
aanvullend respiratie onderzoek
A
-röntgen
-Longspoeling
—transtracheale spoeling –> voor op kweek
—Bronchoalveolaire lavage –>cytologie want contaminatie vanuit de neus
2
Q
wanneer vind je verzwakt ademen
A
-vet dier
-emfyseem
-oedeem
-pneumothorax
-vernauwing bronchi
3
Q
wanneer vindt je verscherpt ademen (tijdens expiratie hoor je meer dan verwacht)
A
-bronchitis
-dyspneu
-arbeid
-extraventilatie
-begin van pneumonie
4
Q
bronchiaal ademen
A
in- en expriatie zijn even luid, even hoog van toon en even hoogtonig als trachea
5
Q
pneumonie
A
atelactase
tumor
6
Q
rochi
A
reutelgeluiden
-vochtig –>oedeem of bronchopneumonie
-Droog –> taai sliljm
Klinkt als chiemen/piepen/brommen/zagen
7
Q
knisteren/crepiteren
A
ristelen van stro vooral tijdens inspiratie
=emfyseem
8
Q
kraken
A
fibrineuze pleuritis
