Hoorcolleges gezonde dier (circulatie) Flashcards
foetale circulatie
-Ductus venosus –> om de lever te ontwijken
-Foramen ovale –> om de longen te ontwijken, commonunicatie tussen rechter en linker atrium
-Ductus arteriosus –> om de longen te ontwijken, verbinding tussen truncus pulmonalis en aorta (bloed komt het linker hart niet in)
PDA
persisterende ductus arteriosus
–>zowel in systole als in diastole zal bloed vanaf de aorte de truncus pulmonalis ingaan –> je hoort constante ruis
VSD
Ventrikel septum defect
–> voornamelijk bij systole zal het bloed van linker ventrikel naar rechter ventrikel stromen –> alleen tijdens systole hoor je ruis (ruis tijdens eerste harttoon)
hoe kan je de truncus pulmnonalis herkennen
deze zit tussen de hartoren en daarachter zit de aorta
hartkleppen
Atrioventriculaire kleppen (AV-klepppen) hechten met behulp van chordae tendinae als parachuutjes aan de pappilair spieren. rechts heb je de tricuspidalis klep (3 bladen) links heb je de mitralis/bicuspidalis klep (2 bladen)
de semiluminaire kleppen zijn de aorta kleppen (tussen linker ventrikel en aorta) en de truncus pulmonalis kleppen (tussen rechter ventrikel en t. pulmonalis).
gemiddelde bloeddruk
2/3Pd+1/3Ps =MAP (gemiddelde bloeddruk)
Pd= diastolische druk in de aorta
Ps=systolische druk in de aorta
concentrische hypertrofie
De wand van het linkerventrikel is heel erg dik –> veel spier. Hierdoor is het volume kleiner geworden
arteriolen
weerstandvaten, hier heb je de hoogste weerstand, ze kunnen zich vernauwen en verwijden.
hoe komt vasodilatatie tot stand?
kalium kanaaltjes gaan open –> hyperpolarisatie –> “voltage gated calcium chanals”gaan dicht –> verminderde calcium instroom –> verminderde contractie –> vasodilatatie
Hoe komt vasoconstrictie tot stand?
kalium kanaaltjes gaan dicht –> depolarisatie –> voltage gated calcium channels gaan open –> toename calcium instroom –> toename contractie –> vasoconstrictie
stoffen die zorgen voor vasoconstrictie; (zetten kalium kanaaltjes dicht)
-angiotensine II (ANG II) –> lokaal gevormd door endotheelcellen
-endotheline (ET) –> lokaal gevormd door endotheelcellen
-Noradrenaline via alfa 1 receptoren (alfa 2 kan ook). –> Wordt NIET lokaal gevormd
stoffen die zorgen voor vasodilatatie; (zet kalium kanaaltjes open)
-stikstofoxide (NO –> lokaal gevormd door endotheel cellen
-Postacycline (PGI2) –> lokaal gevormd door endotheelcellen
-Noradrenaline via beta 2 receptoren –> Niet lokaal gevormd
waar hangt de sympatische invloed op de bloedvaten van af?
-aanwezige mix van adrenerge receptoren: alfa 1 of Beta 2
–>alfa 1 zorgt vooor vasoconstrictie
–> beta 2 zorgt voor vasodilatatie
-de relatieve concentratie van noradrenaline en adrenaline
–>noradrenaline (uit sympatische vezels) heeft voorkeur voor alfa 2
–> adrenaline (uit bijniermerg) heeft voorkeur voor beta2
filtratie of resporptie??
hydrostatische druk (bloeddruk in capillair) bevordert de filtratie en colloïd osmotische druk (bloedeiwitten hebben een aanzuigende werking op water) bevordert de resorptie
Oorzaken oedeem
-inadequate drainage lymfe
-filtratie veel groter dan reabsoptie
–>toename in hydrostatische druk
–>afname in plasma eiwit concentratie (albumine)
calciumtransport in het myocard
- Actiepotentiaal loopt langs membraan
- Tijdens de depolarisatie gaan voltage gated Ca2+ kanalen open –> (beetje) Ca2+ gaat de cel binnen
- Ca2+ zet de ryanodine-receptor (RyR) open –> Ca2+ komt vrij uit sarcoplasmatisch reticulum (calcium-induced calcium release).