klimaat en vegetatie Flashcards
vegetatie
het totale plantenleven in een bepaalde regio of op een bepaald gebied
plantengroei
de algemene term voor de groei en ontwikkeling van planten, inclusief aspecten zoals reproductie, metabolisme en aanpassing aan de omgeving
klimaattypes
classificatiesystemen voor klimaten gebaseerd op factoren zoals temperaturen, neerslag en seizoensvariaties
klimaatzones
brede gebieden op aarde met vergelijkbare klimatologische omstandigheden, zoals tropen, gematigde zones en poolgebieden
warme maand
de maand met de hoogte gemiddelde temperaturen in een bepaalde regio
gematigde maand
de temperaturen tijdens de maand zijn niet extreem warm of koud
koude maan
de maand met de laagste gemiddelde temperaturen in een bepaalde regio
natte maand
de maand met de hoogste gemiddelde neerslag in een bepaalde regio
droge maand
de maand met de laagste gemiddelde neerslag in een bepaalde regio
tropisch regenwoud
een weelderig bos met hoge neerslag, hoge temperaturen en een enorme biodiversiteit, typisch gelegen in de tropen
-> groep 1, type 1: warm en altijd nat klimaat
(tropisch) savanne
een grasland met verspreide bomen en struiken, vaak te vinden in tropisch en subtropische gebieden
-> groep 1, type 2: warm klimaat met nat seizoen
gesloten savanne
een savanne met een dichtere boombedekking
-> lang nat seizoen
open savanne
een savanne met een meer open boomstructuur en meer grasland
-> kort nat seizoen
woestijn
een gebied met zeer lage neerslag, waardoor het moeilijk is voor planten om te overleven
-> groep 1, type 3: warm en altijd droog
-> groep 3, type 5: gematigd altijd droog
toendra
een vegetatietype dat bestaat uit mossen, grassen en lage struiken, en te vinden is in de poolgebieden
-> groep 2, type 1: koud met dooiseizoen
permafrost
permanent bevroren bodem die in de toendra te vinden is
ijswoestijn
een gebied met bevroren oppervlakten, zoals het antarctische continent
-> groep 2, type 2: koud zonder dooiseizoen
taïga
een uitgestrekt bosgebied in het noorden met voornamelijk naaldbomen zoals sparren en dennen
-> groep 3, type 1: koud gematigd
gemengd woud
een bosgebied met zowel loof- als naaldbomen
-> groep 3, type 2: koel gematigd met strenge winter
zomergroen loofwoud
een bos waarvan de bomen hun bladeren in de herfst laten vallen
-> groep 3, type 2: koelgematigd met zachte winter
subtropisch regenwoud
een regenwoud dat zich in subtropische klimaten bevindt, met minder regen dan tropische regenwouden
-> groep 3, type 3: warm gematigd, maar altijd nat
hardbladige vegetatie
planten met harde, stijve bladeren, vaak aangepast aan drogere omstandigheden
-> groep 3, type 3: warm gematigd met natte winter
subtropische savanne
een savanne in een subtropisch klimaat met warme temperaturen en seizoensgebonden regen
-> groep 3, type 3: warm gematigd met natte zomer
steppe
een grasland met weinig bomen en struiken, vaak te vinden in overgangszones tussen woestijnen en bossen
-> groep 3, type 4: gematigd bijna droog