KENNISCLIPS MODULE 2 Flashcards

1
Q

(K1) Hoe ervaren kinderen hun meertaligheid?

A
  • Kinderen ervaren hun taal ambivalent (ze zijn er niet bewust mee bezig), maar als je erbij kinderen wordt doorgevraagd zien we wel dat ze hier heel wat gevoelens bij hebben:

Denken na of ze het wel goed zullen doen of ze geen fouten zullen maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

(K1) De eigen stem in meertaligheid?

A

Ouders maken heel wat keuzes op gezins- en taalbeleid, maar kinderen zijn zich wel bewust van de verschillende talen. Hier kunnen kinderen anders op reageren:

  • Kinderen die nt antwoorden in de taal waarin hun mama spreekt
  • Taalgebruik onder broers en zussen is vaak de meerderheidstaal.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

(K1) De rol van de omgeving: kinderen zijn goed op de hoogte van de TAALIDEOLOGIE en TAALHIËRARCHIE (3)

A
  • Hierbij gaat het over hoe mensen hun taal evalueren, in het eerste geval gebeurt dit thuis denk maar aan de ouders die thuistaal belangrijk vinden.
  • Daarnaast worden sommige talen beter geacht dan de anderen
  • Thuistaal wordt niet altijd als een voordeel gezien, kinderen zien er niet altijd het nut van in.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

(K1) Kinderen creëren ‘negatieve emoties’ rond taal. Dit in twee specifieke situaties.

A
  1. Idee dat de ze de taal niet goed genoeg kunnen (door maatstaf omgeving)
  2. Beperkt worden in taalkeuze (kinderen vinden het niet leuk als een beperking is in het gebruik van thuistaal).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

(K1) Kinderen rapporteren ook de emotie ‘bang zijn’, hoe komt dit?

A

Kinderen zijn bang dat als ze beter worden in NL dat ze hun thuistaal zullen afleren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

(K1) Kinderen zullen thuistaal niet makkelijk afleren, hoe komt dit?

A

Het leren van de ene taal gaat goed samen met het behouden van de andere taal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

(K1) Waarom denken kinderen dat ze hun thuistaal zullen afleren?

A

Vooral door de leeromgeving (vb. enkel NL mogen spreken op school, waar thuistaal geen plaats krijgt).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

(K1) Kunnen kinderen bewust kiezen om een bepaalde taal wel of niet te spreken?

A

Dubbel antwoord. Vanaf bepaalde leeftijd weten kinderen wanneer ze welke taal kunnen spreken. Maar soms gaat dit niet en gebeurt het onbewust. Voor kinderen is dit niet altijd gemakkelijk, omdat er een druk kan zijn (denk maar aan gestrafd worden).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

(K1) Tips voor professionals op vlak van meertaligheid en emoties?

A
  • gezinstaalbeleid is niet stabiel (veel is afhankelijk van gezinscyclus)
  • Vaders hebben ook een specifieke rol
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

(K2) De drie taaldeterminanten en groeimiddelen

A
  1. TAALAANBOD: gaat over taal die we laten horen aan het kind
  • rijke woordenschat met complexe lange zinnen
  • veel verwoorden wat je doet/ziet/ervaart
  1. TAALFEEDBACK: Hoe jij gaat reageren op wat een kind zegt of probeert te zeggen, niet rechtstreeks verbeteren maar impliciet.

“Ik heb de straat oversteek”, “ja wij hebben naar links en rechts gekeken en daarna de straat overgestoken”

  1. SPREEKKANSEN: kinderen tijd en ruimte geven als volwaardige gesprekspartner: antwoord formuleren bij kinderen gaat niet altijd vanzelf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

(K2) Waarom zijn de taaldeterminanten belangrijk voor elke taal van meertalige kinderen?

A
  1. TAALAANBOD: in alle talen een rijk aanbod voorzien
  2. TAALFEEDBACK: steeds positief reageren, soms ook in NL reageren zodat kinderen de brug maken naar een andere taal.
  3. SPREEKKANSEN: nog belangrijker dan bij eentalige kinderen om tijd en ruimte te geven.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

(K3) Veel denken dat anderstalige kinderen automatisch taalachterstand oplopen, maar dit is niet zo, leg uit?

A

Anderstalige kinderen zijn meertalige kinderen, omdat ze meer dan 1 taal spreken.

Taalachterstand is zowel bij meertalige- als ééntalige kinderen mogelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

(K3) Door wat wordt de taalkwaliteit van het kind bepaald?

A

Door de kwaliteitsvolle interacties die het kind heeft, denk aan het praten met kind, voorlezen, zelf spreken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

(K3) Wat is deficitdenken?

A

Denken dat anderstalige kinderen automatisch een taalachterstand zullen hebben.

Denken in termen van een taalachterstand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

(K3) Over wat gaat deficitdenken nog?

A
  • biologische tekorten en daardoor redeneren dat men niet goed zal presteren in onderwijs
  • cultureeldeficitdenken komt regelmatig voor = bepaalde groepen die AUTOMATISCH tekort komen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

(K3) Waarom is deficitdenken problematisch?

A

Omdat het gaat over vermeende tekorten (is nt zeker of het zo is) en is ook stigmatiserend. Men kan hierdoor faalangst krijgen en mindere cognitieve prestaties afleggen = cyclus

17
Q

(K3) Er zijn heel wat verklaringen die ervoor zorgen dat anderstalige kinderen slechter presteren.

A
  • hoge prestatiedruk
  • discriminatie anderen
  • instructiekwaliteit

Vanaf peuterleeftijd krijgen anderstalige ll minder taalondersteuning

18
Q

(K3) Kloof komt niet door anderstaligheid leerlingen maar door..

A

De omgeving van de kinderen

19
Q

(K3) Tips voor professionals op vlak van taalachterstand/taalvoorsprong

A
  • Belangrijk dat ouders ook zelf NL stimuleren
  • Kwaliteitsvolle interacties is belangrijk voor het kind, dit lukt niet altijd door bv SES.
  • Hoge verwachtingen en kwaliteitsvolle interacties bij peuters naar voor laten komen.
20
Q

(K3) Kwaliteitsvolle interacties zijn belangrijk voor kind, maar dit lukt niet altijd door SES of andere, hoe kan smlv hier compenserende rol in spelen?

A

Boeken aanbieden, toegang tot boeken door bibliotheken, kinderopvang.