Kapitel 5, Lektion 7 Flashcards
1
Q
der Absatz
A
de alinea
2
Q
achten auf
A
letten op
3
Q
aufmerksam
A
aandachtig
4
Q
begründen
A
beredeneren
5
Q
durchaus
A
volstrekt
6
Q
etwa
A
bijvoorbeeld
7
Q
gewissermaßen
A
als het ware
8
Q
häufig
A
vaak
9
Q
der Hinweis
A
de aanwijzing
10
Q
letztlich
A
uiteindelijk
11
Q
das Phänomen
A
het verschijnsel
12
Q
die Reihenfolge
A
de volgorde
13
Q
zudem
A
bovendien
14
Q
zumal
A
in het bijzonder
15
Q
zumindest
A
tenminste