KANS Flashcards
Wat zijn de risicofactoren bij KANS?
Hogere leeftijd;
Vrouwelijk geslacht;
Eerdere symptomen;
Verhoogde spierspanning;
Intensief en langdurig gebruik van toetsenbord en muis;
Een te geringe afstand (<12 cm) tussen het toetsenbord en de bureaurand;
Een te kleine hoek ( <121) van de binnenzijde van de elleboog bij gebruik van het toetsenbord;
Een te grote ulnaire abductie van de pols ( < -5);
Hetgeen gebruik maken van een arm-pols ‘support’ en een lage arbeidstevredenheid geassocieerd met het ontstaan van (pijn)klachten aan de arm, nek en/of schouder.
Wat zijn de prognostische factoren bij KANS?
Langdurig aanwezige stress;
Depressieve stemmingen;
Irreële ‘beliefs’ (pijn gerelateerde vrees);
Catastrofen;
Een lage tevredenheid met de werksituatie en
Afnemende belasting enerzijds en toenemende beperkingen in activiteiten en participatieproblemen anderzijds.
Wat is profiel 1 bij KANS?
Stoornissen in functies en/of anatomische eigenschappen. Patiënt heeft geen beperking in activiteiten en geen participatieproblemen.
Wat is profiel 2 bij KANS?
Stoornis in functie en/of anatomische eigenschappen, beperkingen in activiteiten en participatieproblemen. Er is voor zowel de fysiotherapeut als patiënt begrijpelijke en herkenbare samenhang tussen de stoornissen, beperkingen en/of participatieproblemen.
Wat is profiel 3 bij KANS?
Stoornissen in functies en/of anatomische eigenschappen, beperkingen in activiteiten en participatieproblemen. Er is naast het oordeel van de fysiotherapeut sprake van een discrepantie tussen de aanwezige stoornissen enerzijds, en de ervaren beperkingen en/of participatieproblemen anderzijds. Er is mogelijk sprake van een inadequate wijze van omgaan met het gezondheidsprobleem door de patiënt.
Hoe behandel je bij profiel 1 van KANS?
Handelen op geleide van de pijn;
Vermijden van pijnprovocerende activiteiten of het omlaag brengen van het activiteitenniveau; alleen zinvol indien dit leidt tot pijnvermindering;
Aandacht voor de manier waarop activiteiten worden uitgevoerd (met betrekking tot coördinatie, ontspannen waar mogelijk, stabiliseren waar nodig).
Hoe behandel je bij profiel 2 van KANS?
Eventuele activiteitenniveau en belasting tijdelijk verlagen als dit leidt tot een vermindering van pijn
Bij afname van pijn en bij geen vermoeden van weefselschade (i.e. geen signaalfunctie van pijn) belasting geleidelijk verhogen)
Aandacht voor de manier waarop activiteiten worden uitgevoerd (met betrekking tot coordinatie, ontspannen waar mogelijk, stabiliseren waar nodig)
Wat zijn de rode vlaggen van KANS?
Algemene malaise; Ongewild gewichtsverlies; Koorts; Nachtzweten; ‘noch mechanic’ pijn (dit is pijn die niet beinvloedbaar is door houding en beweging); Neuropatische pijn; Neurologische symptomen (klachtenverlies, geisoleerde atrofie, radiculaire uitvalsverschijnselen); Een recent trauma; Tekenen van een ontstekingsproces.
Welke meetinstrumenten zet je in bij KANS?
PSK, DASH, VAS
Wat zijn de behandelingen/interventies van profiel 1 van KANS?
Verrichtingen:
Begeleiden (waaronder steun bieden, informeren en adviseren):
- Aard van het gezondheidsprobleem
- Factoren die mogelijk een rol gespeeld hebben bij het ontstaan van het gezondheidsprobleem
- Factoren die van invloed zijn op herstel en de wijze waarop deze factoren zijn te beïnvloeden
- Instructies over hoe de belasting te doseren
Oefenen en sturen van functies en activiteiten, en manuele verrichtingen:
- Oefenen van gewrichtsfuncties en manuele verrichtingen ter vergroting van de beweeglijkheid van gewrichten
- Ontspanningsoefeningen en oefeningen ter verbetering van het lichaamsgevoel
- Activiteiten en oefensituaties die verwant zijn aan relevante situatie en activiteiten uit het dagelijks leven
Wat zijn de behandelingen/interventies van profiel 2 van KANS?
Verrichtingen:
Begeleiden (waaronder steun bieden, informeren en adviseren)
- De fysiotherapeut instrueert de patiënt hoe de belasting geleidelijk weer op te bouwen met aandacht voor de belastbaarheid
Oefenen en sturen van activiteiten en functies, en manuele verrichtingen
- Opheffen van stoornissen als bij patiënten met profiel 1;
- Het oefenen is gericht op activiteiten en de daarvoor relevante functies met aandacht voor activiteiten die in het dagelijks leven met moeite zijn uit te voeren vanwege pijn of ongemak
- Afhankelijk van de doelstelling het accent leggen op ontspanning, lichaamsgevoel, houding- en bewegingsgevoel, coördinatie van bewegingen en/of functionele vaardigheden uit de werksituatie of ADL
Bij afname van de pijn en als er geen vermoeden bestaat van weefselschade (i.e. pijn zonder signaalfunctie) kiezen voor stapsgewijze en tijdsgebonden opbouw van belasting