KA6: De groei van het Romeinse Imperium waardoor de Grieks Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Flashcards

1
Q

Wanneer was Rome een koninkrijk?

A

753 v Chr - 510 v.C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Vanaf 510 v.C. werd Rome een republiek. Wat was de taak van de Senaat?

A

Consuls en pretoren (bestuursambtenaren die de uitvoerende en rechterlijke macht van de koning hadden overgenomen) van advies te dienen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de oorsprong van het woord Republiek?

A

‘res publica’ openbaar belang, zaak van iedereen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn plebejers en patriciërs? Op welke manier verdween het onderscheid tussen deze twee groepen?

A

De plebejers (gewone burgers) waren boos dat alle consuls en senatoren, patriciërs (rijke mensen van adel) waren.

De plebejers dreigden de stad te verlaten. Dit wilden de patriciërs natuurlijk niet, want dan had de stad geen soldaten meer.

Daarom werden de tribunen aangesteld, een soort van consuls voor de plebejers.

Plebejers nu eigen wetten maken op hun eigen vergaderingen. In deze tijd werden ook de wetten van de Twaalf Tafelen geschreven, wetten die geschreven waren door een team van vijf patriciërs en vijf plebejers. In die wetten stonden onder andere welke rechten een Romeins burger had. Het waren de eerste geschreven wetten van Rome.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Toch bleef de Senaat een dominante rol spelen. Hoe werd dit vertrouwen gesymboliseerd?

A

Door de afkorting SPQR. Senatus PopulusQue ROmanus . Senaat en volk van Rome.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

In welke volgorde vanaf 493 v.C. breidde het Romeinse Rijk zich uit?

A
  1. Bondgenootschap met volken van Latium (gebied rondom Rome)
  2. Midden en Zuid Italie 300 v.C
  3. Griekse steden in het Zuiden en versloegen Pyrrhus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Toen de Romeinen voor de eerste keer buiten Italie gingen, wie kwamen ze tegen en met wie hebben twee keer oorlog gevoerd?

A

Puniërs van het Rijk van Carthago.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wie waren de hoofdrolspelers tijdens de tweede Punische oorlog?

A

Carthaagse veldheer Hannibal trok met leger naar Italie. Hannibal staat voor de poorten!

Romeinse krijgsheer Quintus Fabius ontweek een slag. Hannibal had te lang gewacht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat was het gevolg na de Punnische oorlogen?

A

201 v.C. Vredesverdrag waarbij Iberische Schiereiland aan Rome werd afgestaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Was daar de kous mee af?

A

Nee. Woordvoerder van de Senaat ‘Cato’ riep steeds: Overigens ben ik van mening dat Carthago verwoest moet worden.’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe werd Carthago verwoest?

A
  1. v.C. Carthagers ruzie met naburige Vorst waar Rome een bondgenootschap mee had.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke twee gebieden werden rond 146 v.C. nog meer door de Romeinen veroverd?

A

Griekenland en Macedonië.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke nieuwe problemen in de binnenlandse politiek van Rome ontstonden er na deze veroveringen?

A
  • Conflict Plebejers en Patrciërs bleek geen oplossing voor GEWONE Romeinen
  • Plebejers vormden een nieuwe bovenlaag: no-biles (edelen).
  • Senaat stelde eigen belang voor algemeen belang
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Senaat stelde eigen belang voor algemeen belang. Geef een voorbeeld.

A

133 v.C Tiberius Gracchus volkstribuun wilde staatsland onder de boeren verdelen. Senaat werd gepasseerd. Senaat woest want dit was hun land. Gracchus doodgeknuppeld door aanhangers Senaat. Verderling ging wel door.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke reden had Gracchus nog meer naast het vergroten van zijn populariteit om het land te verdelen?

A

Dienstplicht bestond voor iedereen die land bezat, dus vrije boeren. Door de grootgrondbezitters minder vrije boeren, dus minder soldaten voor leger.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn proletariërs?

A

armen van de stad Rome, die door toename grootgrondbezit geen bestaan meer konden opbouwen.

17
Q

Welk plan had consul Gaius Marius toen hij opdracht kreeg om de koning van Numidië (Algerije) te straffen?

A

Landloze proletariërs (vrijwillig) uitnodigen om in dienst te treden in ruil voor een stuk land.

18
Q

Welk voordelen had deze constructie?

A

Een generaal uit het leger kon zo altijd een beroep doen op de veteranen. Om nieuwe provincies in te lijven en om weer te strijden.

19
Q

Wat waren in de laatste eeuw voor onze jaartelling de gevolgen van deze constructie?

A

Generaals werden door arme volk aangeduid als leiders van de volkspartij. Tegenover hen de Senaatspartij. SPQR verbroken.

20
Q

Wat gebeurde er in 73 v.C.?

A

Slaven in Italië kwamen onder leiding van Spartacus in opstand.

21
Q

Noem het grootste ‘herenakkoord’ om de officiële wegen te omzeilen.

A

3 generaals:

  • Pompeius (bleef in Rome als alleenheerser)
  • Crassus (Sneuvelde in Oosten)
  • Caesar (verovering Gallië)

Caesar werd populair bij het volk door overwinningen.
Pompeius en Senaat wilde hem stoppen, maar Caesar trok door met zijn leger tot aan rivier de Rubicon (49 v.C.) . ‘De Teerling is geworpen.’ Een generaal uit Lattium mocht die rivier niet oversteken.

Pompeius ging er vandoor omdat Caesar te machtig werd. Ceaser achtervolgde en vermoordde Pompeius.

Caesar kreeg eretitels als Vader des Vaderlands.

22
Q

Wat zijn de kenmerken van de gepleegde staatsgreep door Caesar?

A

Chaos en onzekerheid in het binnenland

Militaire successen in het buitenland

23
Q

Waarom en wanneer werd Caesar vermoord?

A

44 v.C. Omdat de tegenstanders dachten dat hij uit was op het herstel van het koningschap en het einde van de republiek. Hij liet zich benoemen tot ‘dictator voor het leven’.

24
Q

Wie volgde Julius Caesar op?

A

achterneef Octavianus (later Augustus genoemd)

25
Q

Met welke twee andere personen vormde hij als het ware een tweede driemanschap?

A

generaal Marcus Antonius en patriciër Marcus Lepidus.

26
Q

Octavianus en Antonius waren van deze drie eigenlijk de belangrijkste. Hoe verdeelden ze het Rijk?

A

Octavianus west en Antonius oost.

27
Q

Met wie kreeg Antonius een relatie?

A

Cleopatra, konining van Egypte 69-30 v.C.

28
Q

Wat waren zij van plan en hoe heeft dit uitgepakt

A

Zij wilden samen het Rijk van Alexander de Grote herstellen en samen de koning en koningin worden. Octavianus wilde de Romeinse belangen verdedigen en kreeg toestemming van Senaat en Volk om die twee met militaire middelen in het gareel te brengen. Vloot van Antonius en Cleopatra werd bij Actium verslagen. Daarna pleegden zij zelfmoord.

29
Q

Hoe onwikkelde zich het Romeinse Keizerrijk?

A

Iedereen blij met Octavianus. Octavianus deed net alsof hij de Republiek in ere wilde herstellen. Kreeg daardoor van de Senaat zoveel bevoegdheden, dat de Republiek alleen op papier bestond, maar dat alle beslissingen in feite door één man werden uitgevoerd.

30
Q

Welke ontwikkelingen zorgden ervoor dat Romeinen zich konden neerleggen dat één man oppermachtig was?

A

Octivianus maakte een einde aan burgeroorlogen en politieke verwarring. Zorgde voor de Pax Romana = Romeinse vrede).

31
Q

Hoezo zijn wij ze ‘Romeinse keizers’ gaan noemen.

A

Afgeleid van Caesar.

32
Q

Wat is romanisering?

A

Aanpassing van de veroverde gebieden aan de nieuwe orde.

33
Q

Wat was het kenmerk van nieuwe steden die respectievelijk door Claudius, Trajanus en Handrianus zijn aangelegd?

A
  • zelfde plattegrond
  • Kruis
  • Forum, basilica, curia, tempels, keizercultus, theater, amfitheater, circus en thermencomplex.
34
Q

Wat heeft nog meer bijgedragen aan de verspreiding van Latijnse taal en cultuur?

A

De legioenen! Wanneer het rustig was aan de grenzen, dan werden zij ingezet voor de bouw van wegen, bruggen, aquaducten en bouwwerken. Ze kwamen dus overal.

En door de open houding van de Romeinen over de leef- en denkwijze van de door de romeinen veroverde volken.

35
Q

Wat zijn villae en waar dienden zij voor?

A

Landbouwcomplexen in de grensgebieden om de legioenen van voedsel te voorzien.

36
Q

Waarom is Cinccinatus symbool van republieke deugd?

A

Hij werd vanuit een hogere functie door toedoen van zijn zoon teruggeplaatst naar een gewone burger in een boerderij. Rome had hem nodig in een slag tussen de Aequiërs en de Sabijnen. Hij was welgeteld 15 dagen dictator om de boel op te lossen, en vertrok daarna weer naar zijn gewone burgerlijke bestaan in zijn boerderij. Hoe anders ging dit met andere leiders in de toekomst van Rome!

37
Q

Toen Augustus overleed had hij vier documenten opgesteld. Welke?

A
  • testament
  • instructies voor zijn begrafenis
  • financiële staat van het Rijk
  • opsomming prestaties
38
Q

Wat is de Res Gestae Divi Augusti?

A

bronzen plaat met de daden van de goddelijke Augustus, opgesteld voor zijn mausoleum.