KA5: De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur Flashcards

Klassieke kunst en cultuur

1
Q

Wie zijn volgens traditie de Griekse oerwezens waar de andere Goden uit zijn voortgekomen?

A

Gaia (aarde), Kronos (tijd), Okeanos (zee) en Ouranos (hemel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem wezenlijke verschillende tussen de Griekse godenverhalen vergeleken met die van andere volkeren.

A

-menselijk met emoties en ze mengden zich onder het volk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Griekse wetenschappers en filosofen vonden het verschil tussen mensen en Goden niet zo groot. Hoezo?

A

Wie zegt dat Goden op mensen lijken kan dat ook omdraaien. Mensen lijken op Goden. Mensen kunnen op zichzelf vertrouwen, eigen inzichten ontwikkelen en zelf ‘goddelijke wijsheid’ tot stand brengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Overmoed van ‘goddelijke wijsheid’ kwam Prometheus duur te staan. Waarom?

A

Stal vuur van goden voor de mens. Werd gestraft aan de berg Kaukasus. Adelaar pikte uit zijn lever, die elke dag weer aangroeide.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wie was Herakleitos (540-475 v.C.) en welke uitspraak deed hij?

A

Natuurfilosoof. ‘Alles stroomt, niets blijft.’ ‘Niemand kan ooit twee keer in dezelfde rivier stappen.’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wie was Hippokrates (460 - 370 v.C.) en met welke theorie is hij bekend geworden?

A

Arts. Mens is een met beenderen bij elkaar gehouden zak met 4 vloeistoffen. -Cholera (gele gal) -Melas Cholera (zwarte gal) -Flegma (slijm) -Sanquin (bloed) Deze vier moeste in balans zijn, anders werd een mens ziek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de overeenkomst tussen Hippokrates, vergeleken met de medici van nu?

A

Hippokrates geloofde ook niet dat een mens ziek werd door goden en geesten. Offeren en bidden helpt dus niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Aan wie gaf Perikles opdracht om een tempel te bouwen op de Akropolis? Voor wie was deze tempel en hoe heet deze tempel? Zij gingen filosofisch te werk, waarom?

A

architect Iktinos beeldhouwer Fidias Stadsgodin Athena Parthenon Rationeel en logisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke drie Griekse bouwstijlen heb je voor de tempels.

A

-Dorische -Ionische -Korintische bouwstijl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Noem de kenmerken val elke Griekse bouwstijl.

A

Dorisch: simpel / strakke lijnen  Zuilen zonder voetstuk als bomen op de grond.  Op de zuilen een balk: architraaf.  Daarop lagen dan vroeger de dwarsbalken.  Indeling van de 2e balk: het fries.  Driehoeksvorm vorm van het timpaan Ionisch: smaller / versiering sierlijke krullen = Voluten Korinisch: veel versieringen / bladeren  Zuilen nu met voetstukken.  Meer verfijndheid en elegantie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Griekse beeldhouwers maakten door precies naar mensen te kijken en zo zorgvuldig mogelijk af te beelden, grotere graad van realisme mogelijk. Hoe verliep die ontwikkeling?

A

 7e eeuw v.C. nog beetje Egyptische stijl = stijf, volgens traditie geleerd.  Loop van de 5e eeuw v.C. deze stijl geheel verdwenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Noem drie beeldhouwers uit de 5e eeuw v.C. en geef hun kenmerk weer.

A

 C. 450 v.C. Myron de ‘discuswerper’.  Tweede helft van de 5e eeuw v.C. Polykleitos beeldhouwen ‘zoals schoonheid hoorde te zijn’.  Praxiteles 400-340 v.C. beeld van god Hermes, toonbeeld van elegantie en gratie:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wie was Sokrates?

A

Griekse Filosoof (470-399 v.C.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar was Sokrates teleurgesteld over?

A

Dat de mensen gebrek hebben aan waarden en normen. Geen rechtvaardigheid. (Vn. ontstaan na de peloponnesische oorlog.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wie was de tegenhanger van Sokrates? Waarom?

A

Protagoras (485-415 v.C.) Hij stelde dat de mens de maat is van alle dingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wie was de leerling van Sokrates?

A

Plato

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de kern van de leer van Plato?

A

Twee werelden: 1. bovennatuurlijk, metafysisch onveranderlijk, eeuwig en perfect 2. zintuigelijke wereld - de wereld waarin wij leven, die altijd verandert, en dus nooit perfect kan zijn.

18
Q

Wie zat er op de school (Akademie) van Plato?

A

Aristoteles / natuurwetenschapper / planten en dieren doen wat de natuur van hen verwacht. / mensen hebben dat niet en dat moet worden aangeleerd. / Een sociaal wezen (zoön politikon) die een polis nodig heeft om te kunnen overleven.

19
Q

Samengevat in juiste volgorde de 3 grote Griekse filosofen:

A

Sokrates Plato Aristoteles

20
Q

Noem 2 zaken die de Romeinen overnamen van de Grieken.

A

-Vereenzelvigen hun goden met die vd Grieken. Oppergod Jupiter wordt gelijk gesteld aan Zeus. Godin van de liefde, Venus, gelijk aan Afrodite. Maakten kopieën van Griekse beelden en hun eigen beelden en portretten realistische en mooi.

21
Q

Waarin waren de Romeinen beter dan de Grieken?

A

Construeren bouwwerken en aanleggen van wegen en bruggen.

22
Q

Wat is de Romeinse betontechniek?

A

Een hardstenen buitenwand opvullen met puin en cement.

23
Q

Wat is een soort wet van de klassieke bouwkunst?

A

begange grond: Dorisch 1e verdieping: Ionisch 2e verdieping: Korinthisch

24
Q

Noem 2 belangrijke gebouwen waarin de Romeinen hun eigen techniek hebben gecombineerd met de Griekse Stijl.

A

Colosseum en Pantheon in Rome.

25
Q

Welke Griekse filosofische school had gedurende de Romeinse geschiedenis veel aanhangers? Door wie is deze school gesticht?

A

De school van het stoïcisme. Griek Zeno

26
Q

Wat is het gedachtengoed van de stoïcijnse school?

A

ZIj proberen zoveel mogelijk emoties onder controle te houden. Emotioneel denken bracht ongeluk. Emotioneel denken bracht ongeluk. Rustig en evenwichtig rationeel denken, in overeenstemming met de wetten van de natuur, zou uiteindelijk leiden tot het ware geluk.

27
Q

Noem twee belangrijke stoïcijnse Romeinse personen.

A

-Seneca -Keizer Marcus Aurelius

28
Q

Marcus Aurelius was de laatste van de 5 Goede Keizers. Wie zijn de andere 4? In welke periode regeerden zij? En wat was er zo bijzonder aan hen?

A

-Nerva, Trajanus, Hadrianus, Antonius Pius. (96-180 n.C.) -Onder hun bewind, beleefde het Romeinse Rijk - gedurende de tweede eeuw - het toppunt van zijn macht.

29
Q

Welke filosofie herleefde in de Romeinse Tijd? Hoe heet deze filosofie en tot in welke eeuw n.C. duurde deze?

A

De filosofie van Plato Neoplatonisme vanaf derde tot begin zesde eeuw.

30
Q

Een belangrijk erfgoed was het Romeinse recht. Cicero 105-43 v.C. onderscheidde drie soorten rechten. Welke waren dat?

A

 Natuurrecht, altijd en overal geldig. ‘Gij zult niet doden’.  Volkerenrecht, elk volk hanteerde voor orde binnen eigen samenleving.  Positiefrecht, bestaande rechtsregels in de samenleving.

31
Q

Welke conclusies Cicero uit het erfgoed van het Romeinse Recht?

A

godheid schepper van natuurrecht, verstand heeft kennis van dit natuurrecht, hebben van verstand niet afhankelijk van bezit, huidskleur of woonplaats. Alle mensen aan elkaar gelijk en geen polisbewoners maar kosmopolisbewoners zijn. Een mens niet alleen leven in overeenstemming met het natuurrecht, maar mag hij verwachten dat ook anderen zich aan deze regel houden.

32
Q

Wie was Hadrianus? En wanneer leefde hij?

A

Romeinse keizer, (117-138 n.C.)

33
Q

Hadrianus staat bekend staat bekend als een groot bewonderaar van de Griekse cultuur. Noem 4 voorbeelden waaruit dit blijkt.

A

*Bouwde een nieuw stadsdeel aan Athene. *Tempel Olympische Zeus herbouwen in Korinthische stijl. *Was verliefd op de jongen Antinoos. *Bouwde in Tivoli zijn Villa Hadriana met beste bouw- en beeldhouwkunst.

34
Q

Hadrianus had pech in zijn liefdesleven. Leg dat uit.

A

Zijn vriend Antinoos verdronk in de Nijl. Hij liet Antinoos tot God vereren. Dat verklaart een hoop beelden van Antinoos in het Oosten van het Rijk en in Rome.

35
Q

Wat kenmerkt keizer Hadrianus als bestuurder van het Romeinse Rijk?

A

Voerde geen veroveringsoorlogen. Zorgde voor goede grensafbakeningen en verdedeging. vb: Muur in Schotland en limes in Duitsland tussen Rijn en Donau.

36
Q

Wat vertellen de vrienden wanneer Sokrates aankomt in zijn cel? En hoe reageerde hij?

A

Dat zij het gevangenispersoneel hebben omgekocht om te ontsnappen. *Dat wegrennen voor een straf verkeerd is. Beter nog discussiëren over leven na de dood.

37
Q

Hoe is Sokrates om het leven gebracht?

A

Door een beker met gif leeg te drinken.

38
Q

Zijn laatste woorden waren; Kriton, aan Asklepios zijn wij een haan schuldig. Verzuim niet hem die te geven. Wat bedoelde Sokrates met deze laatste woorden?

A

Asklepios was God van de Geneeskunde. Haan offeren na een genezing. Sokrates was genezen van het leven. Kon eindelijk naar een betere wereld.

39
Q

Hoe heet het verzamelboek van het Burgerlijk Recht?

A

Corpus Luris Civilis van keizer Justinianus (r. 527 – 565 n.C.)

40
Q

Waarom is het Romeinse verzamelboek van het Burgerlijk Recht zo belangrijk?

A

Belangrijkste uit alle eerdere Romeinse wetboeken en leerboeken over het recht erin is verzameld.