KA4: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat Flashcards

De Griekse polis

1
Q

Wanneer ontstond de Griekse Polis en waarom is de term ‘stadstaat’ eigenlijk niet juist?

A

In de loop van de achtste en zevende eeuw. Omdat niet elke polis een stedelijk centrum had, maar soms gewoon een landstreek met wat dorpen was.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke twee staten waren het machtigste en hoe is hun geografische ligging?

A
  • Athene, landstreek Attika.

* Sparta, verzameling dorpen in het zuiden van het eiland Peloponnesos.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de Olympische Spelen?

A
  • Manifestatie oppergod Zeus.
  • Om de 4 jaar in polis Olympia
  • Sinds 776 v.C. namen winnaars opgetekend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de kenmerken van een aristocratische familie in het bewind (5)?

A
  • tijd voor bemoeienis
  • paard en wapenuitrusting
  • adelsraad besluit over polis
  • bestuursambten afwisselend door elite vervuld
  • verdediging over positie t.o.v. medeburgers dat zij de ‘beste’ waren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een aristocratie?

A

Bewind van besten of edelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem voorbeelden van hoe aristocraten een superioriteit konden bewijzen. (5)

A
  • overwinning slagveld
  • bekleden prestigieuze ambten
  • spelen van opvallende rol in openbaar leven
  • winnen manifesten
  • liefdesleven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Om welke redenen begon de machtspositie van de aristocratie te wankelen in de zevende eeuw?

A

Overbevolking en droogte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat waren de gevolgen voor de handel toen de aristocratie begon te wankelen?

A

 Middellandse-Zee Griekse binnenzee
 Stimulans van handel en specialisatie
 Graan uit Zwart Zeegebied
 Athene nu richten op olijventeelt, wijnbouw en versierd aardewerk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke nieuwe bevolkingsgroep ontstond er en waar bestond deze uit?

A

Burgerij:
 Kooplieden
 Ondernemers
 Ambachtslieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Deze burgerij kon zich nieuwe wapenuitrusting veroorloven en de polis verdedigen. Welke technieken?

A
Falanx = slagorde
Hoplieten = rijen soldaten met een 
Hoplon = groot schild
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn ephoren?

A

ambtsdragers in Sparta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de gerousia?

A

Raad van Ouden in Sparta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe was in Sparta de macht geregeld?

A
  • College van vijf belangrijke ambachtsdragers = de ephoren.
  • 2 koningen als legeraanvoerder.
  • geadviseerd door raad van ouden = gerousia, bestaat uit 28 man boven de 60.
  • Vergadering van vrije volwassen Spartaanse mannen, bijeen om in te stemmen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer mocht je deelnemen aan de vergaderingen in Sparta?

A

Man, van boven de 30 jaar die zich Spartaan mochten noemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn Perioiken?

A

omwonenden van Sparta, 2e rangsburgers , wel vrij maar geen politieke rechten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn Heloten?

A

Tot slaaf gemaakte oorspronkelijke bewoners van Sparta. Rechteloos en moesten grond bewerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe werd je een Spartaan? (5)

A
  • baby jongen ondergedompeld in water/urine en daarna gewassen in wijn, vervolgens getoond aan raad van ouden. Keuring niet doorstaan is dood.
  • 7-jarige ingelijfd bij jeugdbrigade
  • 12e jaar oudere man ontfermd zich over hem om voor te bereiden op volwassenheid. Meestal ook een seksuele relatie tussen.
  • 16e jaar tijdlang overleven in natuur en een heloot doden.
  • 30e jaar volwaardig Spartaan.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe zag het dagelijkse leven van een Spartaan er uit?

A
  • Politiek bijzaak
  • Krijgsbedrijf
  • Mannen leefden in mannengemeenschappen, dagelijks verplichte gezamenlijke maaltijd.
  • Af en toe bezoek aan hun vrouw voor sterk nageslacht.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hoe werd Athene vanaf de 7e eeuw voor Christus bestuurd?

A

Adelsraad en college van gezagsdragers: 9 archonten, gekozen uit de aristocratie.

20
Q

Welke hervorming voerde Solon door?

A

Aristrocraat Solon 594 v.C.

 Vrije volwassen mannen in 4 vermogensklassen opdelen, hoogste 2 belangrijkste openbare ambten.
 3e klassen lagere functies
 4e klassen verschijnen in vergadering
 Afschaffing van schuld slavernij.

21
Q

Hervorming van Solon bracht geen einde aan de onrust. Wie volgde Solon op?

A

6e eeuw v.C. tirannie onder Peisistratos en zijn zonen.

22
Q

Wie kwam daarna? Noem drie opvallendheden.

A

Aristocraat Kleisthenes 510 v.C. einde tirannie:

 In ruil voor steun bood hij verregaande vrijheden aan

 Raad van vijfhonderd = dagelijks bestuur, na 1 jaar vervangen

 Schervengericht = ostracisme = gevreesde ambtsdrager op een scherf krassen, wie meeste is opgeschreven periode van 10 jaar uit polis gezet.

23
Q

Hieruit onstond een directe democratie. Noem hiervan 4 kenmerken.

A

 Om te kunnen stemmen elke keer naar vergadering  Presentatie geld compensatie verloren inkomsten
 Metoiken, vrouwen en slaven niet
 Bij meerderheid stemmen moesten archonten samen met strategen (militair) dit besluit uitvoeren

24
Q

Wat zijn strategen en archonten? Hoe zit het met hun verkiesbaarheid?

A

strategen gaven leiding aan het militaire bedrijf

archonten waren verantwoordelijk voor het openbaar bestuur.

25
Q

De vijfde eeuw staan bekend om twee oorlogen waarbij de eerste bekend staat om een Atheense overwinning en de tweede om een nederlaag. Tegen wie vochten ze? Hoe liep het af?

A
  • Perzische wereldrijk
  • Koning Darius
  • Grieken versloegen Perzisch leger in Attika.
26
Q

De vijfde eeuw staan bekend om twee oorlogen waarbij de eerste bekend staat om een Atheense overwinning en de tweede om een nederlaag. Wie werkten samen? Tegen wie vochten ze de tweede keer en wie lokte de strijd uit? Hoe succesvol was de strijd voor de tegenstander?

A

-Athene en Sparta samen
-Perzische koning Xerxes
-

27
Q

Naar welk eiland had de Atheense bevolking zich teruggetrokken in de tweede strijd na de verwoesting van Athene?

A

eiland Salamis

28
Q

Met welke twee wapens trokken zij ten strijde in de zeeslag ?

Hoe heette de slag op land waar de Perzen definitief werden verslagen en wanneer vond deze plaats?

A
  1. Falanx der hoplieten
  2. trireme= oorlogsschepen met groot aantal roeiers

 Slag bij Plateau in 479 v.C. Grieken Perzen definitief verslagen.

29
Q

Wat was de bloeiperiode van Athene?

A

.479-404 v.C. Athene werd weer opgebouwd met tempels op de Akropolis.
Stichting ‘Atheens Zeerijk’ met eilandstaten in de Egeïsche Zee.

30
Q

Wat was de Peloponnesische oorlog? En wanneer? Hoe liep het af.

A

Griekse burgeroorlog tussen Sparta en Athene.

(431-404 v.C.) In 404 v.C. werd Athene door Sparta volledig overgenomen.

31
Q

Volgens Plato bestond een polis uit drie verschillende soorten mensen. Welke?

A
  1. Rusteloze en reddeloze massa uit op materiaal gewin.
  2. Kleine groep mensen met daadkracht.
  3. Elite van filosofen met ‘ware kennis’.
32
Q

Aristoteles ging minder ver in de ideeën dan Plato. Hij onderscheidde drie verschillende staatsvormen. Welke drie?

A
  1. Een regering van één persoon (monarchie) of beperkt aantal magistraten met onbeperkte bevoegdheden.
  2. Een regering van elite (aristocratie of oligarchie)
  3. regering van het volk (democratie)

Hij pleitte voor een gemengde staatsvorm waarin deze drie elkaar in evenwicht zouden houden.

33
Q

Waar, wanneer en door wie werden de Grieken definitief verslagen?

A

In 338 v.C. bij Chaeronea door de Macedonische Koning Filippus.

34
Q

Wie volgde Koning Filippus op?

A

Alexander (336-323 v.C.)

35
Q

Wat had Alexander met de Grieken?

A
  • opgevoed door Aristoteles
  • liefhebber van de Griekse cultuur
  • hij voelde zich een Griek
36
Q

Tegen wie voerde Alxander oorlog?

A

Tegen de Perzische vorst Darius III.

37
Q

Hoe groot werd het rijk van Alexander de Grote?

A

Griekenland, Turkije, Syrië, Jordanië, Israel/Palestina, Iran, Afghanistan, Egypte en een groot deel van Pakistan.

38
Q

Alexander wilde zijn Rijk nog groter maken, maar waarom lukte dat niet?

A

Bij de rivier de Indus werden zijn soldaten met Indiase vorsten die olifanten inzetten als strijdmacht.

39
Q

Op welke leeftijd en waaraan overleed Alexander de Grote?

A

33 jaar, aan de gevolgen van Malaria.

40
Q

Waar en welke stad heeft Alexander de Grote gesticht.

A

Alexandrië, in de Nijldelta.

41
Q

Wat was het gevolg van de veroveringen van Alexander de Grote wat betreft de Griekse cultuur. En hoe noem je dit specifiek.

A

Griekse cultuur raakte verspreid over de oostelijke Middelandse Zee. Aangevuld met Perzische en andere Oosterse elementen noem je dit het Hellenisme.

42
Q

Wanneer was de slag bij Marathon?

A

490 v.C.

43
Q

Wie was Feidippides en waarom is hij zo beroemd geworden.

A

Feidippides opdracht nieuws bekend te maken in Athene dat ze hadden gewonnen.  42 km tussen Marathon en Athene.  Aangekomen op de agora (het centrale marktplein) viel hij dood neer.  Laatste woord: Nikè. = overwinning.

44
Q

Welke twee Grieken maken kans op op de eretitel ‘vader des geschiedschrijving? Wat beschreven zij?

A
  • Herodotos: Beschreef Perzische Oorlog, Als eerste doelgericht op onderzoek uit en die resultaten ervan op schrift stelde.
  • Thucydides: Beschreef Peloponnesische Oorlog, Maakte onderscheid tussen oorzaken, aanleidingen, directe gevolgen en gevolgen op lange termijn, Veel kritischer tegenover bronnen.
45
Q

Wat is de meest aangrijpende passage van Thucydides?

A

De beschrijving van de strafexpeditie van Athene tegen het eilandje Melos in 415 v.C.
 Athene stuurt leger naar Melos om Bevolking te dwingen zijn kant te kiezen tegen de Sparta.
 Meliërs weigerden (wilden neutraal blijven).
 Atheners de sterksten.
 Atheners bezetten het eiland.
 Mannen gedood, Vrouwen en kinderen op de slavenmarkt verkocht.