Jurisprudentie Formeel Strafrecht Flashcards

1
Q

Een testimonium de auditu mag als bewijs worden gebruikt. Het geeft namelijk de gehoorsindruk van de getuige weer en is derhalve zijn eigen waarneming. Hieruit blijkt dat wij een formele invulling geven aan het onmiddellijkheidsbeginsel.

A

De auditu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Het aftappen van een telefoon is een inbreuk op art. 8 EVRM. O.g.v. art. 8 lid 2 EVRM moet deze beperking:
-Bij de wet zijn voorzien (voldoende basis in geschreven/ongeschreven recht)
-Over kwaliteitseisen beschikken die toegankelijk (accessible), voorzienbaar (foreseeable) en van voldoende precisie (particularly precise) zijn
zodat de burger er met voldoende zekerheid zijn gedrag op kan afstemmen en voldoende bescherming geniet.

A

Kruslin & Huvig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Niet-ontvankelijkheid van het OM (art. 359a lid 1 sub c Sv) kan slechts volgen indien sprake is van ernstige inbreuken op de beginselen van een behoorlijke procesorde, waardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn proces is tekortgedaan.

A

Zwolsman

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Indien de hoofdzaak in eerste aanleg is beslist moet slechts worden teruggewezen indien a. de rechter in eerste aanleg niet onpartijdig was of b. de OvJ, verdachte of zijn raadsman niet is verschenen (personen met kernrollen) en hij niet op de wettelijk voorgeschreven wijze van de rechtsdag op de hoogte is gebracht noch daarmee anderszins bekend was.

A

Kernrol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Soms staan de belangen van het slachtoffer eraan in de weg dat deze gehoord wordt. Dat kan, maar dan moeten er wel compenserende maatregelen worden genomen zodat het proces als geheel eerlijk is.

A

S.N. t. Zweden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Art. 359a Sv. Indien het niet de verachte is die door de niet-naleving van het voorschrift is getroffen in het belang dat de overtreden norm beoogt te beschermen, dan hoeft in de te berechten zaak geen rechtsgevolg te worden verbonden aan het verzuim (Schutznorm) en kan slechts worden volstaan met een constatering.

Strafvermindering dient pas plaats te vinden indien:

  • De verdachte daadwerkelijk nadeel heeft ondervonden;
  • Dit nadeel is veroorzaakt door het verzuim;
  • Het nadeel geschikt is voor compensatie d.m.v. strafvermindering;
  • Strafvermindering ook in het licht van het belang van het geschonden voorschrift en de ernst van het verzuim gerechtvaardigd is.

Bewijsuitsluiting kan uitsluitend aan de orde komen indien het bewijsmateriaal door verzuim is verkregen en een belangrijk voorschrift/rechtsbeginsel in aanzienlijke mate is geschonden.

Niet-ontvankelijk verklaring van OvJ kan uitsluitend plaatsvinden indien opsporingsambtenaren een zodanige inbreuk hebben gemaakt op de beginselen van behoorlijke procesorde waardoor “doelbewust/met grove veronachtzaming” vh eerlijk proces vd verdachte is tekortgedaan (Zwolsman-criterium)

A

Afvoerpijp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

M.b.t. de bewezenverklaring is het aan de feitenrechter voorbehouden om binnen de door de wet getrokken grenzen van het beschikbare bewijsmateriaal datgene tot het bewijs te bezigen wat deze uit het oogpunt van betrouwbaarheid daartoe dienstig voorkomt en datgene terzijde te stellen wat hij voor het bewijs van geen waarde acht. Dit geldt ook bij vrijspraak. Dit specifiek hoeft hij niet te motiveren.

A

Selectie en waardering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Uitdrukkelijk onderbouwd standpunt (UOS) i.d.z.v. art. 359 lid 2 tweede volzin Sv. Eisen: 1) duidelijk 2) beargumenteerd 3) voorzien van een ondubbelzinnige conclusie 4) ten overstaan van de feitenrechter naar voren gebracht.

Voorts geldt nog t.a.v. deze motiveringsplicht dat deze plicht:

  • Enkel geldt bij niet-aanvaarding van een UOS;
  • Niet geldt indien in de einduitspraak niet wezenlijk wordt afgeweken van zo’n standpunt;
  • Qua omvang afhankelijk is van de aard van het onderwerp en de mate waarin wordt afgeweken van het ingenomen standpunt;
  • Niet zo ver gaat dat bij de niet-aanvaarding van een UOS op ieder detail vd argumentatie moet worden ingegaan.
A

Reikwijdte motivering/Hennepkwekerij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Art. 6 EVRM, recht op een eerlijk proces. Eenieder heeft recht op rechtsbijstand bij een verhoor. Hiervan mag alleen worden afgeweken in uitzonderlijke gevallen. Als geen toegang tot een raadsman wordt gegeven, is dit onherstelbaar en zijn alle verklaringen onrechtmatig.

A

Salduz t. Turkije

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Alternatief scenario. Als de tll wordt bestreden met een alternatieve lezing van de gebeurtenissen (=UOS), moet de rechter, als hij het feit bewezen verklaart, die lezing in zijn uitspraak i.b. weerleggen.

Dit kan geschieden door:

a. Opneming van bewijsmiddelen of vermelding van aan wettige bewijsmiddelen te ontlenen feiten en omstandigheden die de alternatieve lezing van de verdachte uitsluiten;
b. De door de verdachte gestelde alternatieve toedracht niet aannemelijk (ongeloofwaardig) verklaren;
c. De lezing van de verdachte zo onwaarschijnlijk verklaren, dat zij geen uitdrukkelijke weerlegging behoeft.

A

Weerleggen alternatief scenario/Venrayse arrest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Art. 423 Sv. Een vonnis dient te worden vernietigd indien en voor zover het hof zich niet kan verenigen met door de eerste rechter op de voet van art. 358 in verbinding met art. 348 en 350 Sv genomen beslissingen. Een vonnis waarmee de appelrechter zich wat betreft de gronden (motivering) niet kan verenigen, maar art. 348 en 350 grofweg hetzelfde als de Rb beantwoordt, leent zich voor bevestiging, zij het met aanvulling of verbetering van die gronden.

De appelrechter moet motiveren waarom een vonnis niet vatbaar is voor bevestiging.

A

Bevestigen of vernietigen vonnis 1e aanleg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Art. 342 lid 2 Sv. Motivering van de rechter dat aan het bewijsminimum is voldaan. Een getuige is geen getuige. Gaat om een beoordeling van het concrete geval. De rechter moet motiveren waarom een getuigenverklaring steun vindt in ander bewijs, en niet alleen stellen dat dit het geval is of alleen stellen dat het bewezen is.

Ook vloeit uit dit arrest voort dat er voor de tll als geheel ten minste 2 bewijsmiddelen moeten zijn, en voor ieder bestanddeel tenminste 1.

A

Bewijsminimum zedenzaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Art. 339 lid 2 Sv, feiten van algemene bekendheid. De rechter hoeft een algemeen bekend gegeven niet ter terechtzitting ter sprake te brengen. Dat is anders indien niet zonder meer duidelijk is of het gaat om een algemeen bekend gegeven; de rechter mag zijn beslissing niet doen steunen op mededelingen of waarnemingen die hem buiten het geding ter kennis zijn gekomen en waarvan andere bij het geding betrokkenen onkundig zijn gebleven. Dit zal hij ter sprake moeten brengen zodat daarop gereageerd kan worden en zodat partijen niet kunnen worden verrast. Geldt ook voor algemene ervaringsregels.

Bij een UOS dat een feit niet algemeen bekend is, moet de rechter zijn afwijkende beslissing motiveren o.g.v. art. 359 lid 2 tweede volzin Sv. Het moet voorts gaan om een feit dat in NL van algemene bekendheid is en die de rechtstreeks bij het geding betrokkenen behoren te kennen, zodat het aantal treffers bij het opzoeken zonder moeite op toegankelijke bronnen niet zonder meer redengevend is.

A

ACAB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Art. 313 Sv jo. art. 68 Sr. Om de tll te wijzigen moet er sprake zijn van ‘hetzelfde feit’ i.d.z.v. art. 68 Sr. Om te beoordelen of er sprake is van hetzelfde feit moet er gekeken worden naar:

a. De juridische aard van de feiten
- -> de tll moet onder dezelfde delictsomschrijving vallen, in het bijzonder voor wat betreft rechtsgoederen en de strafmaxima.
b. Gedraging van de verdachte
- -> de tll moet ruwweg dezelfde gedraging beschrijven.

A

Wijziging tenlastelegging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  1. Voorafgaand aan de terechtzitting
    De rechter mag van de verdediging verlangen dat zij motiveert waarom het horen van een getuige van belang is voor de door de rechter te nemen beslissing o.g.v. art. 348 en 350 (verdedigingsbelang).
  2. Tijdens de terechtzitting
    Het noodzakelijkheidscriterium houdt verband met de taak en de verantwoordelijkheid van de strafrechter voor de volledigheid van het onderzoek van de zaak. Slechts van belang of hij het horen van die getuigen noodzakelijk acht met het oog op de volledigheid van het onderzoek.

(Als een getuige niet verschijnt en de verdachte wil dat hij opnieuw wordt opgeroepen kan van de verdachte worden verlangd dat hij hier op eigen initiatief gemotiveerd om verzoekt. Het verdedigingsbelang speelt hierbij een rol.)

A

Overzicht getuigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe lichter de inbreuk hoe sneller een algemene bepaling als grondslag kan dienen. Hoe indringender een bevoegdheid hoe specifieker de bepaling moet zijn. Sommige bevoegdheden mag de politie ontlenen aan een vrije algemene bevoegdheid.

A

Stille SMS

17
Q

Art. 6 EVRM, recht op een eerlijk proces. Ondervragingsrecht getuigen. Beoordeling of er nog sprake is van een eerlijk proces bij het afzien van het horen van getuigen a charge door de verdediging, is van belang:

i. Of er een goede reden was voor de afwezigheid van de getuige, en voor het gebruik van zijn getuigenis ondanks afwezigheid;
ii. Of de getuigenis het enige of doorslaggevende bewijs was;
iii. Of er voldoende compensatie was om het gebrek goed te maken. Was de berechting als geheel eerlijk (holistische beoordeling)?

Negatieve beantwoording van een van de vragen zal niet direct leiding tot schending van een eerlijk proces. Ligt aan het concrete geval.

A

Schatschaschwili t. Duitsland

18
Q

Art. 5 lid 3 EVRM. Wanneer mag het voorarrest niet enkel meer berusten op een ‘redelijke verdenking’?

In de beginfase is het enkele bestaan van een verdenking voldoende voor de rechtvaardiging van de voorlopige hechtenis. Het bijkomende vereiste van de aanwezigheid van (aanvullende) gronden (vluchtgevaar, recidivegevaar, public disorder etc.) geldt pas na ‘a certain lapse of time’. Deze periode is gelijkgeschakeld aan de term ‘promptly’ (onverwijld) uit lid 3 (de termijn waarbinnen iemand moet worden voorgeleid aan een rechter) en dit is 4 dagen.

A

Buzadji t. Moldavië

19
Q

Art. 6 EVRM, recht op een eerlijk proces. Recht op rechtsbijstand. Nemo tenetur-beginsel. Zwijgrecht. De bescherming van art. 6 EVRM is van toepassing op een persoon die is onderworpen aan een ‘criminal charge’. Er wordt gekeken naar de gehele procedure.

In deze zaak wordt het toetsingskader van Salduz/Turkije gerelativeerd. Er wordt een tweestappentoets geïntroduceerd die volgens het EHRM voortvloeit uit de kernoverweging van Salduz/Turkije.

  1. Als eerste stap dient te worden onderzocht of dwingende redenen bestaan voor de beperking op het recht op bijstand van een raadsman.
  2. Als tweede stap moet worden geëvalueerd of de procedure in zijn geheel eerlijk is verlopen.

Nemo tenetur-beginsel, zwijgrecht en recht op rechtsbijstand spelen een belangrijke rol (art. 6 EVRM). Niemand hoeft mee te werken aan zijn eigen veroordeling.

A

Ibrahim t. Verenigd Koninkrijk

20
Q

Bevoegdheden opsporingsambtenaar/inbreuk grondrechten. Is de grondslag om een smartphone in beslag te nemen ook genoeg om alles op de smartphone te bekijken? Als je een voorwerp in beslag mag nemen mag je ook onderzoek doen aan dat voorwerp, maar als het heel ingrijpend is in de persoonlijke levenssfeer moet er soms een RC bij aan te pas komen.

Hoe ingrijpender het middel, hoe hoger de autoriteit.

  • Raadplegen gering aantal gegevens –> opsporingsambtenaar (even een fotootje bekijken)
  • Een meer dan beperkte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer –> OvJ (kijken naar diverse mailcontacten)
  • Je weet al van tevoren dat je een ingrijpende inbreuk gaat maken op de persoonlijke levenssfeer –> RC (A tot Z leegplukken met behulp van een programma).
A

Onderzoek smartphone

21
Q

Art. 6 EVRM, recht op een eerlijk proces. De verdediging moet bij het verzoek getuigen te horen t.a.v. elke getuige motiveren waarom het horen van belang is voor enige in de strafzaak o.g.v. de art. 348 en 350 Sv te nemen beslissing. Dit geldt zowel voor getuigen a charge als getuigen a decharge (gaat dus in tegen Keskin t. Nederland).

De rechter moet zorgen dat het proces voldoet aan art. 6 EVRM. Zo nodig zal hij ambtshalve (of op vordering) alsnog overgaan tot het oproepen en het horen van getuigen. Of anderszins rekening houden met de kwestie dat de verdediging geen gebruik heeft kunnen maken van de mogelijkheid om de relevante getuige(n) in enig stadium van het geding te ondervragen.

A

Ondervragingsrecht I-440

22
Q

Herhaling Schatschaschwili t. Duitsland: art. 6 EVRM, recht op een eerlijk proces. Verdediging mogelijkheid om getuigen te doen ondervragen. O.g.v. art. 6 lid 3 sub d EVRM heeft de verdediging aanspraak op een behoorlijke en effectieve mogelijkheid om getuigen in enig stadium van het geding te (doen) ondervragen.

De omstandigheid dat de verdediging, ondanks het nodige initiatief daartoe, geen gebruik heeft kunnen maken van die mogelijkheid, staat niet eraan in de weg dat een door een getuige afgelegde verklaring voor het bewijs wordt gebezigd, mits is voldaan aan:

  • De eisen van een eerlijk proces;
  • In het bijzonder doordat de bewezenverklaring niet in beslissende mate op die verklaring wordt gebaseerd.

Indien de bewezenverklaring wel in beslissende mate op die verklaring wordt gebaseerd:
-Het ontbreken van een behoorlijke en effectieve mogelijkheid om de desbetreffende getuige te ondervragen in voldoende mate wordt gecompenseerd.

A

Ondervragingsrecht I-447

23
Q

Art. 6 EVRM, recht op een eerlijk proces. Aanwezigheidsrecht. Aanhouding van de behandeling van de zaak. Een verzoek tot aanhouding van het OTT kan ter terechtzitting worden gedaan door de verdachte of diens ex 279 Sv gemachtigde raadsman. Maar ook een niet-gemachtigde advocaat kan het verzoek doen. Dit verzoek moet gemotiveerd en goedgekeurd worden. Een P-V houdt geen uitdrukkelijke en gemotiveerde beslissing in.

Overeenkomstig art. 329 en 330 Sv wordt beslist op het verzoek. De rechter kan op de volgende gronden het verzoek van de verdachte afwijzen:

  1. De rechter vindt de onderbouwing niet aannemelijk;
  2. Belangenafweging o.g.v. de concrete omstandigheden van het geval kan niet tot toewijzing leiden.

I.b. moet bij een zieke verdachte, als de rechter dit geloofwaardig acht, worden uitgesteld.

A

Overzichtsarrest aanwezigheidsrecht

24
Q

Nuancering op Zwolsman arrest: -Vormverzuim niet beperkt tot het voorbereidend onderzoek. -Subsidiariteitsbeginsel bij art. 359a Sv.

-Subsidiariteit, art. 359a Sv
Art. 359a Sv formuleert een bevoegdheid en niet een plicht om rechtsgevolgen te verbinden aan vormverzuimen bij het voorbereidend onderzoek, en biedt de mogelijkheid te volstaan met de constatering dat een vormverzuim is begaan. Aan de rechtspraak over de verschillende in art. 359a Sv genoemde rechtsgevolgen ligt als uitgangspunt ten grondslag dat het rechtsgevolg in verhouding moet staan tot de aard en de ernst van het vormverzuim en het door de verdachte als gevolg van het vormverzuim geleden nadeel (subsidiariteitsbeginsel). Dat betekent tevens dat, waar mogelijk, wordt volstaan met het minst verstrekkende rechtsgevolg:
1. constatering
2. strafvermindering
3. bewijsuitsluiting
4. niet-ontvankelijkheid OM
(=tevens ook de wettelijke volgorde)

-Nuancering niet-ontvankelijkheid OM (Zwolsman)
Om het OM niet-ontvankelijk te verklaren moet het gaan om een onherstelbare inbreuk om het recht op een eerlijk proces die niet kan worden gecompenseerd. In het geval dat niet-ontvankelijkverklaring van het OM bij de vervolging in beeld komt, hoeft niet daarnaast nog te worden vastgesteld dat de betreffende inbreuk op het recht op een eerlijk proces doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen vd verdachte heeft plaatsgevonden.

Nodig om vormverzuimen te bestraffen of niet?

  • Tegemoetkomingsperspectief: wordt er tegemoetgekomen aan het nadeel vd verdachte?
  • Preventieperspectief: we straffen het af om te voorkomen dat het in de toekomst weer zal gebeuren.
  • Integriteitsperspectief: de overheid hoort de regels na te leven.
A

Beoordelingskader vormverzuimen

25
Q

Art. 6 EVRM, recht op een eerlijk proces. Motivering belastende getuigen (getuigen à charge). Bij een belastende verklaring van een getuige is de goede reden eigenlijk gegeven. Een verdachte moet een (niet-verschenen) belastende getuige in beginsel dus gewoon kunnen horen. In ieder geval kan een verzoek daarom niet worden afgewezen op de grond dat de verdachte het verzoek onvoldoende heeft gemotiveerd.

A

Keskin t. Nederland