Jaar 2 Flashcards

1
Q

Wat zijn de gonadotropines

A

Fsh en lh

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarvoor is de negatieve feedback op FSH handig

A

Zodat niet meerdere follikels geproduceerd worden in een keer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom is de negatieve feedback van progesteron op LH handig

A

Zodat niet meerdere eisprongen plaats kunnen vinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Als je lichaamswarmte kwijt wilt vind er in je vaten

A

Vasodillatatie plaats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe vind acclimatisering aan kou plaats

A

Productie van meer thyroxine en adrenaline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het myometrium

A

Het gladde spierweefsel van de baarmoeder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke vier thermodynamische wetten zijn er

A

Nulde wet: warmte gaat van warme naar koude plekken
Eerste wet: wet van behoud van energie
Tweede wet: de entropie van de omgeving neemt toe bij elk chemisch process
Derde wet: temperatuur is niet absoluut maar relatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Op welke manieren gebruikt het lichaam energie

A

Via Fysieke activiteiten, DIT en BMR

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe werkt de menstruatie cyclus

A

Zie sv

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat houden de drie WHO categorieën in

A

Who1: hypo en hypo, centraal probleem
Who2: normo en normo, disbalans
Who3: hyper en hypo, ovaria probleem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke vier fases van baring zijn er

A
Baring (partus) bestaat uit verschillende fasen:
1e tijdperk = ontsluitingsfase
2e tijdperk = uitdrijving
3e tijdperk = nageboorte
4e tijdperk = eerste 2 uur na nageboorte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welk effect heeft crh

A

Op moeder: baring op gang wekken

Kind: rijping longen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat doet oxytocine

A

Oxytoxine: hypofyse achterkwab, knuffelhormoon en stimuleert uitdrijving, zorgt voor toeschietreflex en behulpzaam bij partus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat doen prostaglandines

A

Prostaglandines: decidua en deels placenta, zorgen voor breken vliezen en verweken cervix

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke veranderingen treden op tijdens de baring in het myometrium

A

Veranderingen in myometrium:

  1. Meer Ca influx in cel en filamenteuse actine
  2. Meer oxytocine receptoren
  3. Meer gap junctions en connexin 43
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly