hoorcollege 17 Flashcards

1
Q

wat is de fysiologische beschrijving van diarree

A

toegenomen fecaal water met faecesgewicht boven de 200 gr per dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe heten plooien waarin villi aanwezig zijn

A

kerckringse plooien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke medicijnen zijn absoprtie verhogend

A

somatostaine
mineralcorticoiden
glucocorticoiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waar vind voornamelijk natrium absoprtie plaats

A

dunne darm en jejunum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wanneer is iets acute diaree

A

als het korter dan 2-4 weken duurt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

diarree uit de dunne darm is meestal

A

volomineus, dun, brijig
lage frequentie
malabsorptie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

diarree uit de dikke darm is meestal

A

kleine hoeveelheid, bloed, slijm
hoge frequentie
geen malabsorptie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wanneer is diarree functioneel

A

nooit in nacht, onder 500 g, krampen en intermitterend, verminderde pijn na defaecatie, vaak slijm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wanneer is diarree organisch

A

gehele dag en nacht, boven 500 g, constant of geen pijn, soms bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

inflammatoire diarree

A

diarree die met bloed gepaard gaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

osmotische diarree

A

stopt bij vasten, hoge osmolaliteit, niet volomineus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

secretoire diarree

A

stopt niet bij vasten, normale osmolaliteit, waterig en volumineus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn oorzaken van osmotische diarree

A

malabsoprtie van vetten en koolhydraten
slecht absorbeerbare stoffen
genetisch defect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat zijn oorzaken van secretoire diarree

A

bacteriele enterotoxine
invasie van darmwand
hormonen
galzouten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

heeft de dikke darm microvilli? en villi?

A

ja voor microvilli

nee voor villi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welk proces blijft bij diarree wel in stand

A

Na absorptie gekoppeld aan glucose en aminozuren

17
Q

hoe bereken je de elektrolietencencentratie in de faeces

A

2x (Na + K)

18
Q

hoe bereken je de osmol gap

A

osmolaliteit - 2x (Na + K)

19
Q

als de osmolgap kleiner dan 50 is spreek je van …. diarree

A

secretoire

20
Q

als de osmol gap groter dan 125 is spreek je van …. diarree

A

osmotische