hormonen cellen Flashcards
1
Q
secretine
A
S cellen in duodenum en dunne darm (in cryptes van lieberkuhn)
2
Q
CCK
A
lieberkuhn klieren, I cel dunne darm
3
Q
gastrine
A
G cellen antrum maag
4
Q
GLP 1
A
duodenum
5
Q
somatostatine
A
D cel antrum maag
6
Q
GH
A
hypofyse voorkwab
7
Q
PTH
A
Chief cells, principal cells
8
Q
T3 en T4
A
folliculaire cellen schildklier
9
Q
TSH
A
hypofysevoorkwab
10
Q
TRH
A
hypothalamus
11
Q
cortisol
A
bijnierschors
12
Q
aldosteron
A
bijnier
13
Q
progesteron
A
corpus luteum en placenta
14
Q
testosteron
A
bijnieren en teelballen
15
Q
oestrogeen/oestradiol
A
ovarium, vetcellen en corpus luteum
16
Q
LH
A
hypofyse voorkwab
17
Q
FSH
A
hypofyse voorkwab
18
Q
ACTH
A
hypofyse voorkwab
19
Q
CRH
A
hypothalamus en placenta
20
Q
ADH
A
hypothalamus (nucelus paraventricularis)
21
Q
prolactine
A
hypofysevoorkwab
22
Q
HCG
A
placenta
23
Q
prostaglandine
A
decidua en in mindere mate placenta
24
Q
GNRH
A
hypothalamus
25
MSH
hypofyse voorkwab
26
glucagon
pancreas in Alfa cellen
27
oxytocine
achterkwab hypofyse (nucleus supraopticus)
28
VIP
hypothalamus en pancreas
29
Peptide YY
ileum en colon
30
pepsinogeen
hoofcellen in corpus en antrum maag
31
HCL
pariëtale cellen van maag
32
mucus (waterige)
muceuze nekcellen
33
IGF-1
lever
34
intrinsic factor
pariëtale cel
35
histamine
ECL cel in corpus maag
36
amylase
speeksel en pancreas
37
oligosacharidase
borstelzoom
38
pepsine
maag
39
HDL
lever en dunne darm
40
insuline
B cel in alvleesklier
41
TBG
lever
42
calcitonine
c cellen (parafolliculaire cellen in schildklier)
43
slijmerige mucus
surface muceuze cellen
44
basisch sap
klieren van bruhne in duodenum
45
inhibine
cellen van sertolli
