Introductie: embryonale ontwikkeling & stamcellen Flashcards

1
Q

Wat is de basis van de regeneratieve geneeskunde?

A
  • Het maken & repareren van weefsel en organen.
  • Orgaanfunctie herstellen bij ziekte.
  • Orgaanfunctie in het klein na maken om ziekte processen te bestuderen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar lijken IPSC op en waarvoor worden ze gebruikt?

A

IPSC lijken veel op embryonale stamcellen en zijn te gebruiken om specifieke cellen te maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar zijn stamcellen te vinden?

A

Bloed, haar, maag, lever, intestine, subventriculaire zijde brein en seminifereuze tubuli.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarbij wordt in vitro ferilisatie gebruikt?

A

Bij mensen met problemen met conceptie, 1 op de 30 is een IVF baby.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de slagingskans van IVF?

A

Bij in vitro fertilisatie worden vaak te veel embryo’s gemaakt (dozijn), ga je niet allemaal terugplaatsen. 2 embryo’s worden teruggeplaatst, de rest wordt ingevroren voor nieuwe poging. Slagingskans is 40%. Indien succesvol blijven de bevroren embryo’s over, deze kunnen worden gedoneer voor onderzoek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Op welke dag worden embryo’s ingevroren?

A

Dag 5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Tot welke dag lukt het om kweekcondities van embryo te bestuderen?

A

Dag 10

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Tot welke dag mag er van de wet worden doorgekweekt en waarom?

A

Tot dag 14, dan begint de gastrulatie, embryo krijgt lichaamsas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is er specifiek voor de celdeling van 2 naar 8 cellen?

A

Geen normale celdeling, gaat niet gepaard met groei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat gebeurt er 16 cellen?

A

Cluster cellen gaat compacteren (morula)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat gebeurt er na compacteren bij 16 cellen? En wat wordt er gevormd?

A

Eerste celdifferentiatie. Buitenste cellen vormen trofoblast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarvoor zorgt de trofoblast?

A

Zorgt voor implantatie in baarmoeder en maakt placenta.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Maakt de trofoblast uiteindelijk deel uit van het embryo?

A

Nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe heet het klompje cellen in het midden? En hoeveel cellen zijn dit?

A

Inner cell mass, dit zijn er een stuk of 10

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zit er rondom de blasten?

A

Zona pellucida (doorzichtige laag)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarvoor zorgt de zona pellucida?

A

Dat de embryo kan hechten aan de baarmoederwand. Embryo kruipt uiteindelijk de zona uit.

17
Q

Wat vormt de innercell mass na implantatie?

A

Epiblast

18
Q

Wat is kenmerkend voor de epiblast?

A

Is pleuripotent en kan alle embryonale celtypes maken.

19
Q

Wat betekend omnipotent?

A

Kan je alle embryonale celtypes maken ook extra-embryonale cellen

20
Q

Wat produceert de epiblast tijdens gastrulatie?

A

3 primaire weefsellagen van embryo, de kiemlagen.

21
Q

Hoe heten de 3 primaire weefsellagen van het embryo?

A
  • Ectoderm
  • Endoderm
  • Mesoderm
22
Q

Wat is het ectoderm?

A

Buitenste kiemlaag: voorloper van de huid en het zenuwstelsel

23
Q

Wat is het endoderm?

A

Binnenste kiemlaag: gastrointestinale stelsel en de meest interne organen

24
Q

Wat is het mesoderm?

A

Middelste kiemlaag: botten en spieren. O.a. somieten

25
Q

Hoe is het embryonale onderzoek vooruitgegaan?

A

Doordat epiblast gekweekt kan worden vanuit embryonale stamcellen.

26
Q

Wat is er zo bijzonder aan het kweken van de epiblast en waarom is dit zo?

A

In ons eigen lichaam hebben we die (epiblast) niet want de inner cell blast bestaat maar 1-2 dagen. Nu kunnen de cellen jaren lang in kweek gaan (de embryonale stamcellen zijn pluripotent).

27
Q

Het gegeven dat embryonale stamcellen pluripotent zijn geeft mogelijkheden zoals:

A

Dit geeft nieuwe mogelijkheden voor transplantatie therapieen, drug discovery, toxiciteit, embryo modellen en ziekte modellen. Ook hartziektes, diabetes, neurodegeneratieve ziektes, leukemie, burn treatments, reconstructieve en cosmetische chirurgie.

28
Q

Wat is er kenmerkend voor Chimera?

A

Chimera: bevat verschillende genetische cel populaties (zoals de zwart-witte muis). Niet te verwarren met een hybride, de nakomeling van 2 verschillende genotypen.

29
Q

Wat is de primitieve streak en wat vormt het uiteindelijk + wat is het gevolg hiervan?

A

Primitive streak is wat de staartkant gaat vormen, komt van de extra-embryonale weefsels, die bepaalt dus waar de lichaamsas komt.

30
Q

Wat induceert de primitieve streak vorming?

A

Wnt signaal

31
Q

Wat kunnen gastroloiden vormen?

A

Vormen embryonale stamcellen zelf een lichaamsas (dus zonder extra-embryonale weefsels).

32
Q
A