Bone tissue engineering

Question 1

Wat zijn de twee hoofdtypen botvorming, en wat zijn de belangrijkste verschillen tussen beide?

Answer 1

• Directe ossificatie: Bot wordt direct gevormd in gebieden zoals de schedel, claviculae en kaak.
• Indirecte ossificatie: Begint eerst als kraakbeen en wordt later omgezet naar bot, zoals in de rest van het skelet.

Question 2

Wat zijn osteocyten en wat is hun relatie met osteoblasten?

Answer 2

Osteocyten zijn gedifferentieerde osteoblasten, de cellen die verantwoordelijk zijn voor de vorming van botweefsel.

Question 3

Wat zijn de belangrijkste componenten van tissue engineering voor botdefecten, en waarom zijn scaffolds belangrijk?

Answer 3

Het omvat het combineren van scaffolds, botvormende cellen en bioactieve moleculen. Scaffolds zorgen ervoor dat cellen op hun plaats blijven, behouden de vorm en bieden bescherming. Materialen voor scaffolds kunnen bestaan uit tricalciumfosfaat, calciumfosfaat, hydroxyapatiet, bioactief glas, en combinaties hiervan, evenals titanium.

Question 4

Welke zijn de bronnen van botvormende cellen, en wat zijn de uitdagingen bij het gebruik ervan?

Answer 4

Bronnen omvatten gedifferentieerde cellen (osteoblasten) en progenitorcellen zoals stamcellen afkomstig van verschillende bronnen, zoals beenmerg en vet. Problemen bij isolatie/expansie en het behouden van de fenotypische eigenschappen zijn uitdagingen.

Question 5

Welke soorten bioactieve signalen worden gebruikt in botvorming, en welke benaderingen worden genoemd voor genetische modificatie?

Answer 5

Bioactieve signalen omvatten biochemische (groeifactoren, celdifferentiatie) en fysieke signalen (stretch, belasting, elektrische impulsen). Genetische modificatie kan worden toegepast via celtechnieken en genbewerking (knock-in/out).

Question 6

Wat zijn enkele uitdagingen geassocieerd met het gebruik van botweefsel in tissue engineering?

Answer 6

Intramembraneuze ossificatie omvat directe differentiatie naar botvormende osteoblasten, maar implantaten kunnen lijden aan necrose vanwege problemen met vasculaire voorziening. Ook wordt botweefsel gebruikt voor ziektemodellering, zoals bij ongebalanceerde botvorming en botmetastasen.