Interventies Gezin Flashcards

1
Q

interventie

A

is een doelbewuste ingreep om een situatie te verbeteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

pedagogische interventie

A

gericht zijn op de vermindering, de compensatie of het draaglijk maken van een risico of een probleem in de ontwikkeling van een jeugdige waardoor een gezonde, evenwichtige uitgroei tot volwassenheid (mogelijk) belemmerd wordt;

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Top 10 lijst positieve/ beschermende factore

A
  1. Sociale binding (hechting, vriendschapsrelaties)
  2. Kansen voor betrokkenheid en participatie (bijdrage kunnen leveren aan de eigen sociale omgeving)
  3. Prosociale normen (duidelijke regels en grenzen, normen en waarden gericht op positief gedrag)
  4. Erkenning en waardering voor positief gedrag
  5. Sociale steun (steun van volwassenen aan kinderen)
  6. Constructieve tijdsbesteding (kans om deel te nemen aan betekenisvolle activiteiten)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Niveau A

A

Informele vormen van opvoedingsondersteuning, bv tijdschriften zoals Ouder van Nu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Niveau A-C

A

Schriftelijke informatie

•Ontmoetingsmogelijkheden voor ouders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Niveau B-D:

A

Pedagogische advisering

•Themabijeenkomsten en ouderavonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Niveau C-D

A

Ouder cursussen, huisbezoeken, ouder training

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Niveau D

A

•Intensieve opvoedingsondersteuning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Coercion Theory van Patterson

A

Fouten in de opvoeding: weinig positieve bekrachtiging, vaak streng straffen, inconsequent in het stellen van grenzen, en slecht toezicht (monitoren) van het gedrag > vergroot kans op het ontwikkelen van agressief en antisocial gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Coercive cycle

A

neerwaartse spiraal door combinatie van een kind met een moeilijk temperament of sterke wil en inconsequente ouders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Leertheorie

A

‘niet gewenst of afwijkend gedrag is aangeleerd en kan weer afgeleerd worden, aanleren van opvoedvaardigheden die consequent worden uitgevoerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

constructivistische modellen

A

kinderen leren door te interacteren met de omgeving (Piaget) en leren het meest van andere personen die verder zijn in hun ontwikkeling (Vygotsky)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Sociologische of ecologische modellen

A

problemen worden veroorzaakt of beïnvloed door de sociale context, bevorderen van het welzijn van het gezin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly