Inleiding & theoretische perspectieven Flashcards
Wat is ontwikkelingspsychologie?
Wetenschappelijke studie naar patronen van groei, verandering en stabiliteit bij mensen vanaf de conceptie tot aan de ouderdom
Noem de 4 centrale thema’s binnen de ontwikkelingspsychologie
Fysieke, cognitieve, sociaal-emotionele en persoonlijkheidsontwikkeling
Wat is fysieke ontwikkeling?
Ontwikkeling die betrekking heeft op de fysieke opbouw van het lichaam, zoals de hersenen, het zenuwstelsel, de spieren, de zintuigen en de behoefte aan eten, drinken en slaap.
Wat is cognitieve ontwikkeling?
Ontwikkeling die betrekking heeft op intellectuele vermogens, zoals denken, leren, geheugen en probleemoplossing
Wat is sociaal-emotionele ontwikkeling?
Ontwikkeling die betrekking heeft op sociale relaties, interacties met anderen en op het omgaan met emoties
Wat is persoonlijkheidsontwikkeling?
Ontwikkeling van duurzame gedragingen en karaktereigenschappen die de ene persoon van de andere onderscheiden
Noem een voorbeeld van een vraagstuk dat zich richt op fysieke ontwikkeling
wat zijn de voordelen van borstvoeding?
Noem een voorbeeld van een vraagstuk dat zich richt op cognitieve ontwikkeling
Wat zijn de effecten van tv-kijken?
Noem een voorbeeld van een vraagstuk dat zich richt op sociaal-emotionele ontwikkeling
Reageren pasgeborenen anders op hun moeder dan op andere mensen?
Noem een voorbeeld van een vraagstuk dat zich richt op persoonlijkheidsontwikkeling
Heeft een kleuter besef van goed en fout?
Wat is de globale onderverdeling van leeftijdsgroepen?
Prenatale periode (conceptie tot geboorte)
Babytijd (0 tot 2 jaar)
Peuter- en kleutertijd (2 jaar tot 6 jaar)
Schooltijd (6 tot 12 jaar)
Adolescentie (12 tot 20 jaar)
In welke 3 categorieën kunnen de factoren ingedeeld worden die invloed hebben op de individuele ontwikkeling?
Normatieve leeftijdsgebonden invloeden
Normatieve historisch bepaalde invloeden
Niet-normatieve gebeurtenissen
Wat is een cohort?
Een groep mensen die rond dezelfde tijd op dezelfde plek zijn geboren
Noem de 4 belangrijkste vraagstukken binnen de LL
Continue verandering vs discontinue verandering
Kritieke vs gevoelige periodes
Levensloopmodel vs specifieke periodes
Nature vs Nurture
Wat betekent verandering die kwantitatief van aard is?
Prestaties op een bepaald niveau vloeien voort uit die op de vorige niveaus (continue verandering) ; de verandering heeft te maken met hoeveelheid
Wat betekent verandering die kwalitatief van aard is?
Ontwikkeling die in aparte stadia plaatsvindt (discontinue verandering); de verandering is qua inhoud en hoedanigheid anders dan gedrag in eerdere stadia
Wat is een kritieke periode?
Een specifieke tijdsspanne in de ontwikkeling waarin een bepaalde gebeurtenis de grootste - en zelfs onomkeerbare - gevolgen heeft
Wat is plasticiteit?
de mate waarin een zich ontwikkeld gedragspatroon of fysieke structuur veranderbaar is
Wat is een gevoelige periode?
Een afgebakende tijdsspanne, meestal vroeg in het leven, waarin mensen extra gevoelig zijn voor bepaalde omgevingsfactoren en sterk ontvankelijk zijn voor het leren van specifieke vaardigheden
Wat is het nature nurture debat?
de discussie over de oorsprong van ons gedrag en onze eigenschappen; in hoeverre komen deze voort uit onze aanleg en in hoeverre uit onze opvoeding en leefomgeving?
Wat is maturatie?
het proces van het zich geleidelijk ontvouwen van voorbestemde genetische informatie
Noem een voorbeeld van een cohorteffect
Oorlog, economische groei, technologische ontwikkeling
Noem een voorbeeld van een invloed die leeftijdsgebonden (normatief) is
Bereiken van de puberteit
Noem 2 voorbeelden van sociaal-culturele invloeden
etnische afkomst, sociale klasse
Noem een voorbeeld van een niet-normatieve invloed
De eerste IVF baby zijn, verlies ouders op jonge leeftijd
Noem 2 te verwachten toekomstige trends op het gebied van LL
groeiende specialisatie & meer samenwerking tussen verschillende vakgebieden
Wat zijn stimuli?
Prikkels, oftewel veranderingen in de uitwendige of inwendige omgeving waarop een organisme reageert