Infertiliteit Flashcards
1
Q
oligospermie
A
Minder dan 15 miljoen zaadcellen
2
Q
asthenospermie
A
minder dan 32% motiliteit
3
Q
teratozoospermie
A
minder dan 4% normale morfologie
4
Q
> 5 miljoen zaadcellen bevruchting
A
intra uteriene insemintatie
5
Q
1 -5 miljoen zaadcellen bevruchting
A
IVF
6
Q
<1 miljoen zaadzellen
A
ICSI
7
Q
Oligomenorroe
A
Cyclus > 35 dagen
8
Q
Amenorroe
A
cyclus langer dan 6 maanden afwezig
9
Q
WHO I
A
Hypogonadotroop, hypooestroggen
Door stress, topsport, ondergewicht
10
Q
WHO II
A
Normogonadotroop, normo oestrogeen
Disbalans hypofysie ovarium as
50% door overgewicht
Hyperinsulinemie, hyperandrogenisme zorgen voor acne hirsutisme
11
Q
WHOI III
A
Geen eicellen
Osteoporose en overgangsklachten
12
Q
Metorragie
A
geen cyclus te herkennen