Infecties en koorts Flashcards
1
Q
RSV
A
Wheezing Doorgemaakte RSV Leeftijd 4 jaar Verkouden en hoesten Koorts Hoorbare ademhaling
2
Q
Bronchiolitis
A
Oedeem, necrose bronchusepitheel, toegenomen mucusproductie Tachypneu Crepiteren Rhonchi Verlengd piepen experium
3
Q
Laryngitis subglottica
A
Pseudokroek 6 maanden - 5 jaar Kind niet ziek of alleen verkouden Blaf hoest Benauwd Inspiratoire stridor Kind 's nachts huilend wakker
4
Q
Whooping hoest
A
Zo hard hoesten dat ademen moeilijk wordt
Door bacterien
5
Q
Droge hoest
A
Door astma, influenza, pneumonie
6
Q
Blafhoest
A
Erger in de nacht, inademen moeilijk
Door virus
7
Q
Productieve hoest
A
Door bronchitis, pneumonie, verkoudheid
8
Q
Expiratoir piepen
A
Bronchiale hyperreactiviteit
9
Q
Kinkhoest
A
Ademhaling eindigt met lange, gierende ademhaling
10
Q
OMA
A
< 5 jaar
Koorts, oorpijn, ziek gevoel
Na of tijdens verkoudheid
11
Q
Voorspellers SBI
A
Leucocytose > 25 miljard / L
Linksverschuiving lymfocyten met staven
CRP > 80 mg/L
12
Q
Verwekkers infecties < 1 maand
A
GBS
E. Coli, strep pneu
13
Q
Verwekkers 1-3 maanden
A
- Strep pneu
2. GBS, neisseria meningitidis
14
Q
Verwekkers > 3 maanden
A
Pneumokokken