ij-ee-e; voltooid deelwoord op -en Flashcards
Autorijden
Reed auto
Reden auto
Hebben / zijn gereden
Begrijpen
Begreep
Begrepen
Hebben begrepen
Bekijken
Bekeek
Bekeken
Hebben bekeken
Beschrijven
Beschreef
Beschreven
Hebben beschreven
Bewijzen
Bewees
Bewezen
Hebben beschreven
Bijten
Beet
Beten
Hebben gebeten
Blijken
Bleek
Bleken
Zijn gebleken
Blijven
Bleef
Bleven
Zijn gebeleven
Drijven
Dreef
Dreven
Hebben / zijn gedreven
Glijden
Gleed
Gleden
Hebben / zijn gegleden
Grijpen
Greep
Grepen
Hebben gegrepen
Inschrijven
Schreef in
Schreven in
Hebben ingeschreven
Kijken
keek
Keken
Hebben gekeken
Knijpen
Kneep
Knepen
Hebben geknepen
Krijgen
Kreeg
Kregen
Hebben gekregen
Lijden
Leed
Leden
Hebben geleden
Lijken
Leek
Leken
Hebben geleken
opschrijven
Schreef op
Schreven op
Hebben opgeschreven
Overblijven
Bleef over
Bleven over
Zijn overgebleven
Overdrijven
Overdreef
Overdreven
Hebben overdreven
Overlijden
Overleed
Overleden
Zijn Overleden
Rijden
Reed
Reden
Hebben / zijn gereden
Rijgen
Reeg
Regen
Hebben geregen
Schijnen
Scheen
Schenen
Hebben geschenen