e-a-o; voltooid deelwoord op -en Flashcards

1
Q

Aannemen

A

Naam aan
Namen aan
Hebben aangenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Aanspreken

A

Sprak aan
Spraken aan
Hebben aangesproken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Afbreken

A

Brak af
Braken af
Hebben afgebroken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Afnemen

A

Nam af
Namen af
Hebben / zijn afgenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Afspreken

A

Sprak af
Spraken af
Hebben afgesproken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Breken

A

Brak
Braken
Hebben / zijn gebroken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bespreken

A

Besprak
Bespraken
Hebben besproken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bevelen

A

Beval
Bevalen
Hebben bevolen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Deelnemen

A

Nam deel
Namen deel
Hebben deelgenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Meenemen

A

Nam mee
Namen mee
Hebben meegenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Nemen

A

Nam
Namen
Hebben genomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Onderbreken

A

Onderbrak
Onderbraken
Hebben onderbroken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ontbreken

A

Ontbrak
Ontbraken
Hebben ontbroken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Opnemen

A

Nam op
Namen op
Hebben opgenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Overnemen

A

Nam over
Namen over
Hebben overgenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Verbreken

A

Verbrak
Berbraken
Hebben verbroken

17
Q

Steken

A

Stak
Staken
Hebben gestoken

18
Q

Stelen

A

Staal
Stalen
Hebben gestolen

19
Q

Spreken

A

Sprak
Spraken
Hebben gesproken

20
Q

Toenemen

A

Nam toe
Namen toe
Zijn toegenomen

21
Q

uitbreken

A

Brak uit
Braken uit
Zijn uitgebroken

22
Q

Uitspreken

A

Sprak uit
Spraken uit
Hebben uitgesproken