IC1 week 4 Flashcards

1
Q

wordt albumine tegengehouden door de grootte selectiviteit en/of de ladingsselectiviteit?

A

het is een heel klein molecuul en wordt dus niet tegengehouden door de grootte selectiviteit
MAAR het wordt wel tegengehouden door de ladingsselectiviteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de klaring van een stof die alleen gefiltreerd wordt is ongeveer gelijk aan…

A

de GFR

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de klaring van een stof die volledig uit het bloed wordt verwijderd is ongeveer gelijk aan…

A

de RPF ( Renale Plasma Flow)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is steady state?

A

dat de hoeveelheid excretie per 24 uur constant is wanneer de productie (door de spiermassa) constant is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat kan in een tentamenvraag een mogelijk aanwijzing zijn dat een patiënt in steady state is?

A

‘vorige week bleek de patiënt dezelfde nierfunctie te hebben’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat gebeurt er in de proximale tubulus?

A
  • bulk transport
  • reabsorptie van belangrijke dingen (suiker, eiwit, bicarbonaat, fosfaat)
  • secretie van organische afvalstoffen die niet te filtreren zijn
  • synthese van NH4+
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat doet de macula densa?

A

het meet de concentratie NaCl in het tubulus lumen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat gebeurt er wanneer de macula densa een laag gehalte NaCl in het tubulus lumen waarneemt?

A

laag NaCl –> renine afgifte –> efferente vasoconstrictie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat gebeurt er wanneer de macula densa een hoog gehalte NaCl in het tubulus lumen waarneemt?

A

hoog NaCl –> adenosine –> afferente vasoconstrictie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly