I P 3 Flashcards
1
Q
Non-associatief leren
A
verwijst naar gedragsverandering als gevolg van blootstelling aan een enkel stimulus, zonder dat er een associatie tussen twee stimuli plaatsvindt.
2
Q
Habituatie
A
wanneer een organisme blootgesteld wordt aan een herhaalde stimulus die geen belangrijke gevolgen heeft, leert hij deze te negeren
3
Q
dishabituatie
A
treedt op wanneer de reactie op een eerder gehabitueerd stimulus opnieuw toeneemt nadat de stimulus is verandert
4
Q
sensitisatie
A
het verwijst naar een verhoogde reactie op een stimulus, vooral na het blootstelling aan een sterke of schadelijke stimulus.
5
Q
A
6
Q
A