boek 1 Flashcards
Hoe beïnvloeden mutaties genetische variatie?
Mutaties ontstaan door fouten in celverdeling. Ze kunnen neutraal, nadelig of adaptief zijn, waarbij adaptieve mutaties de overlevingskans kunnen vergroten.
Wat is epigenetica?
Epigenetica onderzoekt hoe de omgeving invloed heeft op de genetische expressie zonder het DNA te veranderen, zoals stressvolle ervaringen van ouders die worden overgedragen aan kinderen.
Wat doet de myelineschede in axonen?
De myelineschede zorgt ervoor dat actiepotentialen sneller langs de axon kunnen bewegen. Het verlies ervan, zoals bij multiple sclerose, vertraagt dit proces en kan de axonen beschadigen.
Wat zijn de fasen van een actiepotentiaal?
1) Natriumionen stromen de cel binnen. 2) Kaliumionen verlaten de cel. 3) Natriumkanalen sluiten. 4) Kaliumkanalen sluiten. 5) De natrium-kaliumpomp herstelt de rustende membraanpotentiaal.
Wat is het verschil tussen monozygote en dizygote tweelingen?
Monozygote (eeneiige) tweelingen delen dezelfde genen, terwijl dizygote (twee-eiige) tweelingen genetisch gelijk zijn aan gewone broers en zussen.
Wat doet het centrale zenuwstelsel (CZS)?
Het CZS bestaat uit de ruggengraat en het brein, en organiseert en evalueert informatie.
Wat betekent het alles-of-nietsprincipe?
Een neuron vuurt of vuurt niet, altijd met dezelfde sterkte. De stimulatie wordt bepaald door het aantal keren dat een neuron vuurt.
Wat is de rol van dopamine?
Dopamine is betrokken bij beloning, motivatie en motorische controle; het speelt een rol in verslaving en psychiatrische aandoeningen.
Wat toont onderzoek aan over monozygote tweelingen die apart zijn opgegroeid?
Ze kunnen meer op elkaar lijken dan tweelingen die samen zijn opgegroeid, vanwege de verschillende omgevingen die de ouders creëren.
Wat is de rol van de natrium-kaliumpomp?
Het behoudt het rustende membraanpotentiaal door meer kalium en minder natrium in het neuron te houden.
Wat is overerfbaarheid?
Een schatting van de mate waarin variatie in een eigenschap te danken is aan genetica.
Wat is de relatieve refractaire periode?
Een periode na een actiepotentiaal waarin de membraanpotentiaal negatiever is en er meer prikkelende signalen nodig zijn voor een nieuw actiepotentiaal.
Wat is depolarisatie?
Een verandering in het membraanpotentiaal van een cel waardoor deze positiever wordt, vaak door de instroom van natriumionen.
Wat is hyperpolarisatie?
Wanneer de binnenkant van de cel nog negatiever wordt dan het rustpotentiaal, wat leidt tot de relatieve refractaire periode.
Wat is de functie van acetylcholine?
Het speelt een belangrijke rol bij spiercontractie, leren, geheugen en slaap.
Wat is de invloed van serotonine op het gedrag?
Het beïnvloedt emoties, stemming, impulscontrole en slaap
Wat zijn endorfines?
Neurotransmitters die betrokken zijn bij pijnverlichting en gevoelens van plezier.
Wat doet de hypothalamus?
Het reguleert basale lichaamsfuncties zoals temperatuur, eetlust, dorst en seksuele gedragingen.
Wat is de functie van de amygdala?
Het speelt een sleutelrol bij het verwerken van emotionele reacties, vooral angst en agressie.
Wat is de prefrontale cortex?
Het gebied van de hersenen dat verantwoordelijk is voor complexe cognitieve functies zoals planning, beslissingen nemen en sociaal gedrag.