Hormonaalstelsel (voortplanting) Flashcards

1
Q

Adrenaline

A

secretie uit bijniermerg (hormoon)
en neuronen (neurotransmittor; noradrenaline)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Lokale hormonen

A

klieroorsprong, reageren snel
op cellen in de buurt (paracrien)
- Prostaglandines
- Serotonine
- Gastrine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ACTH of Corticotropine

A
  • Vorming in de adenohypofyse (hypofyse)
  • De afgifte wordt gestimuleerd door CRH
    (Hypothalamus)
  • Stimuleert de secretie van glucocorticoiden
    door de bijnieren
  • Belangrijkste glucocorticoid: cortisol
    (hydrocortison)
  • Secretie van cortisol door de bijnierschors is
    onderhevig aan fluctuaties gedurende de dag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

secretie cortisol

A
  • Hond: grootste concentratie ‘s morgens in het
    bloed (rekening houden bij toediening)
  • Kat: grootste concentratie s’ avonds in het bloed
    (rekening houden bij toediening)
  • Hoge cortisol-gehaltes (bijnieren) induceren een
    negatieve feedback op het niveau van de
    hypofyse (ACTH) en de hypothalamus (CRH)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Corticosteroïden

A

Doel:
* Sterke werking op khd- en vetmetabolisme
(glucocorticoïden)
* Invloed op de mineraal- en waterhuishouding
(mineralocorticoïden)
Synthese:
* cholesterolderivaten
Locatie: Bijnier
* Bijnierschors (buitenste laag): 2
corticosteroïden:
Glucocorticosteroïden
Mineralocorticosteroïden
* Bijniermerg (binnenste laag): 2 hormonen
 Adrenaline
 Noradrenaline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Glucocorticoïden

A

-Elektrolytenevenwicht
-Effecten op de stofwisseling
* Khd- en eiwitmetabolisme
* Vetmetabolisme
-Negatieve terugkoppeling
-Ontstekingsremmende en immunosuppressieve
werking
-antagonist insuline
(cushing disease)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bijwerkingen glucocorticoïden

A

-Onderdrukken van de afweer(vaccineren ?? + CS) -
-Onderdrukken endogene corticoïdsynthese
-Groeiremming (jonge dieren)
-Myopathie (spierzwakte)
-Steroïd diabetes
-Osteoporose
-Gestoorde wondheling
-Na retentie en hypokaliemie
-Psychotische veranderingen (agressie/euforie)
-Risico trombose
-Opwekken abortus
-Peptische ulcera ( in de maag -maagzuursecretie>)
-Oog: oogboldruk, cataract, cornea-ulcus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geneesmiddeleninteracties (glucocorticoïden)

A
  • Overgevoeligheid hartglycosiden
  • Verhoogt de K uitdrijvende werking van diuretica
  • Invloed op CZS
  • Verhoogd risico op infecties kan gecontroleerd
    worden door toediening van antibiotica maar
    ???
  • Combinaties van steroïden en niet steroïde
    ontstekingsremmers (NSAID’s) zijn af te raden
    (ulcers in de maag)
  • Opletten bij groeiende dieren !!!!!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly