Hoorcollege 4 - Samenwerken met ouders en diagnostiek Flashcards

1
Q

Constructieve samenwerkingsrelatie (2)

A

Basishouding van onvoorwaardelijke, positieve waardering, echtheid en empathie

Behandeling met zorg, tact, eerlijkheid en respect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Samenwerken met ouders: duurzaam resultaat (4)

A

Nodig dat alle partijen gedeelde visie krijgen op vragen en problemen

Doelen en wensen staan voorop

Alle partijen werken gezamenlijk aan verbeteren of draaglijk maken van situatie

Afweging tussen professionele expertise en mening, gedachten of ideeën van gezin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Samenwerken met kind: serieus nemen (2)

A

Participatie van kind pas betekenisvol als gevoel dat serieus genomen

5 stappen: voldoende toegang tot begrijpelijke informatie, gehoord worden, serieus genomen worden, terugkoppeling krijgen over genomen beslissing, mogelijkheid krijgen om te klagen over beslissing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Onderkennende diagnostiek (4)

A

Beknopt benoemen van type problematiek, eenduidig overleg met ouders en kind over type problematiek en meer eenheid in taal in overleg met andere professionals

Welk type storend gedrag?

Welke nadelige gevolgen?

Gebruikmaken van genormeerde tests en vragenlijsten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Onderkennende diagnostiek: is problematiek ernstig? (3)

A

Effecten van interventies kleiner als gedragsproblemen minder ernstig

Ouderinterventies of gezinsgerichte methodieken kunnen, maar hoeven niet meteen worden ingezet

Als eerste stap aanbieden psycho-educatie en oefenen van relatief eenvoudige opvoedvaardigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Onderkennende diagnostiek: sprake van belemmerende gezinsproblemen met betrekking tot hulp? (3)

A

Kunnen voor psychische stress bij ouders zorgen, waardoor opvoeding en ontwikkeling van kind negatief beïnvloedt

Gedragsproblemen kunnen signaal van kindermishandeling zijn

Eerst richten op ruimte creëren om stabiele opvoedersrol te kunnen vervullen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Onderkennende diagnostiek: sprake van kindgebonden problemen? (4)

A

Oppositioneel gedrag = ASS > niet begrijpen wat anderen bedoelen

Opstandig gedrag = aandachtsproblemen > indruk wekken dat slecht luisteren

Gedragsproblemen = depressie > uiten in prikkelbaarheid

Samengaand met ADHD > problematiek ernstiger en hardnekkiger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Onderkennende diagnostiek: leeftijd van kind? (3)

A

Samenhangende omvang van invloed van omgeving en cognitieve vaardigheden of behoeften

In welke mate actief betrokken bij behandeling?

Complexiteit neemt toe en minder openstaan voor hulp richting volwassenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Verklarende diagnostiek (2)

A

Beschrijving van gedragsproblemen en geassocieerde problemen en ernst ervan

Hypothesen over mogelijke risicofactoren met betrekking tot ontstaan en voortbestaan van probleem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Rol van school bij diagnostiek

A

Vormt niet alleen bron van informatie over functioneren van kind, maar ook belangrijk aanknopingspunt in verminderen van gedragsproblemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly