hoorcollege 4 Flashcards
psychologische testen (2)
- typical performance test
- maximum performance test
typical performance test
een vragenlijst om meer te weten te komen over een persoon zoals gedrag, persoonlijkheid.
nadeel typical performance test
je beter voor doen dan je bent, meer extravert voor doen bijvoorbeeld.
maximum performance test
het maximale wat een persoon kan presteren, vb IQ test.
voordelen en nadelen bij maximum performance test
een persoon kan zich niet beter voordoen dan die is. Maar een persoon kan wel onderpresteren door stres bijvoorbeeld.
twee soorten interviews
- open of ongestructureerd
- (semi-) gestructureerd
waar zijn psychologische tests geschikt voor
cognitie/emotie/gedrag/vaardigheid en vermogen
waar zijn interviews geschikt voor
gebeurtenissen, cognities, emoties
verschil gestructureerd en ongestructureerde interviews
Terwijl gestructureerde interviews vertrouwen op gestandaardiseerde vragen, zijn ongestructureerde interviews het tegenovergestelde . De interviewer kan vertrouwen op spontaniteit en vragen stellen over het onderwerp dat wordt onderzocht.
waarvoor is observatie geschikt voor
waarneembaar gedrag. Frequentie of duur van bepaalde gedragingen
waarvoor gebruik je dossieranalyse
als een cliënt zal terugkeren kan je kijken in voorgaande onderzoeken naar informatie. Zo hoef je niet steeds hetzelfde te bevragen.
voor wat voor vragen kun je de onderzoeksinstrumenten en testen gebruiken
voor onderkennende en verklarende vragen
bij welke stappen in de diagnostische cyclus kan je de onderzoeksinstrumenten en testen gebruiken
verklaringsanalyse en probleemanalyse
wat is belangrijk bij keuze van een instrument (5)
- objectief: zelfde resultaat onafhankelijk van testafnemer
- betrouwbaar: consistent over tijd
- validiteit: meet wat moet meten
- normen: vergelijking met normpopulatie
- kosten-baten: praktisch haalbaar
waar heeft intelligentie niets mee te maken
creativiteit, karakter en persoonlijkheid
spearman twee-factoren theorie
een intelligentiemodel waar intelligentie uit twee componenten bestaat: algemene intelligentie (g-factor) en specifieke intelligentie (s-factor). volgens hem is er een positieve correlatie tussen alle intelligentietaken (positive manifold)
thurstone’s primary mental abilities
een intelligentietest die verschillende capaciteiten onderzocht. Hij onderscheidde er 7. Maar hij vond uiteindelijk dat de clusters positief correleerde waardoor er waarschijnlijk wel een g-factor is.
Guilfords structure of intellect
120 soorten intelligentie. Hij onderscheidde verschillende dimensies om cognitieve taken te categoriseren. Hij had drie categorieën namelijk operaties, inhouden en producten. Daaronder vielen 120 soorten intelligenties.
vernons Hiërarchisch model
een G-factor (algemene intelligentie) met daaronder twee specifieke groepsfactoren en daaronder weer kleinere groepsfactoren.
Cattell-horn carrol integrated model
een G-factor met daaronder weer specifieke soorten intelligentie zoals vloeibare en gekristalliseerde intelligentie.
verschil vloeibare intelligentie en gekristalliseerde intelligentie
vloeibaar: intelligentie waarbij je problemen kan oplossen zonder dat je voorgaande kennis daarvoor nodig hebt. Gekristalliseerde: problemen oplossen met voorgaande kennis
WAIS-IV-NL
intelligentietest voor volwassenen
WISC-V-NL
intelligentietest voor kinderen 6 tot 17 jaar
specifieke intelligentietesten (2)
- non-verbale test (ravens progressive matrices
- verbale test: Nederlandse leestest voor volwassenen (met hersenletsel)