Hoorcollege 4 Flashcards

Kwalitatief onderzoek

1
Q

Wat is het verschil tussen een hypothese en een verwachting?

A

Hypothese kan je toetsen, als er een verwachte uitkomst is, die je niet kan toetsen noem je dat een verwachting. Verwachtingen worden gebruikt bij kwalitatief onderzoek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wathoort bij wat?
1. kwalitatief onderzoek
2. kwantitatief onderzoek

a. hypothese
b. verwachting

A

1-b
2-a

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een openlijke (overt) observant

A

Bij een openlijke observatie is de rol van de observant bekend bij de betrokkenen. De observant is zichtbaar aanwezig en de deelnemers zijn zich ervan bewust dat zij worden geobserveerd. Deze methode is ethisch transparant, maar kan de gedragingen van deelnemers beïnvloeden doordat ze weten dat ze worden geobserveerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat hoort bij wat?
1. Nadruk op inductie
2. Nadruk op deductie

a. kwalitatief onderzoek
b. kwantitatief onderzoek

A

1- a
2 - b

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Participant als observant:

A

In deze rol is de observant zowel deelnemer als waarnemer, waarbij hij actief meedoet in de groep, maar de observatietaak nog steeds op de voorgrond blijft staan. De leden van de groep weten meestal dat de persoon onderzoek doet, maar zien hem ook als een lid. Dit biedt een balans tussen deelname en objectiviteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Volledig participant (participant observation)

A

De observant neemt volledig deel aan de activiteiten van de groep zonder afstand. Hierin gedraagt de observant zich als een gewoon lid van de groep om een volledig inzicht te krijgen in de cultuur, interacties en dynamiek. Het nadeel is dat de observant soms moeilijk objectief kan blijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke 3 methoden zijn er voor kwalitatief onderzoek?

A

Observeren, interviewen en bestaande data

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Volledig observant (nonparticipant observation)

A

De observant neemt helemaal niet deel aan de activiteiten en kijkt alleen vanaf een afstand. Dit type observatie is objectief en geeft een meer onbevooroordeelde blik, maar kan beperkt zijn in toegang tot diepgaande informatie omdat de observant geen persoonlijke interacties heeft met de groep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een Verborgen (covert) observant?

A

Bij verborgen observatie weet de groep niet dat ze geobserveerd wordt. De observant probeert zo min mogelijk op te vallen om het gedrag van mensen te bekijken zonder invloed uit te oefenen. Hoewel dit natuurlijk gedrag kan opleveren, roept het ethische vraagstukken op, vooral omdat de deelnemers niet op de hoogte zijn van de observatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Observant als participant:

A

De observant is voornamelijk waarnemer en doet minimaal mee aan de activiteiten, bijvoorbeeld door alleen af en toe een vraag te stellen of kort contact te maken. Dit beperkt de betrokkenheid, maar geeft de observant toch de gelegenheid om in de groep aanwezig te zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Leg uit wat het verschil is tussen een: open, semi-gestructureerd en een gestructureerd interview

A

gestructureerd interview heeft al vragen op papier staan en mag niks anders doen dan die stellen, semi-gestructureerd mag er wel op door vragen en een open interview heeft geen vooraf bepaalde structuur. wordt vooral bepaald door participant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

leg een open interview uit

A

Open interview
*
Er is vaak nog geen informatie over het onderwerp bekend (→ exploratief onderzoek!)
*
Interesse van onderzoeker is breed en/of specifieke richting is nog onbepaald
*
Structuur en inhoud van interview wordt merendeels (al dan niet volledig) gestuurd door input participant
*
Inhoudelijke voorbereiding niet mogelijk (en misschien zelfs niet verstandig)
*
Vereist goede interviewvaardigheden (= ervaring!)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

leg uit: semi-gestructureerd interview

A

*
Semi-gestructureerde interview
*
Er is al informatie over het onderwerp bekend
*
Interesse van onderzoeker in bepaalde deelonderwerpen
*
Structuur en inhoud van interview wordt deels bepaald door de onderzoeker en deels door de participant
*
Met behulp van een topic guide/list (→ prettig voor beginnende interviewers!)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een topic list?

A

Een lijst met onderwerpen en volgorde die je kan gebruiken bij een (semi) gestructureerd interview

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarmee meten we de kwaliteit van kwalitatief onderzoek?

A

Vertrouwbaarheid (trstworthiness)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is Afhankelijkheid (Dependability)

A

repliceerbaarheid van het onderzoek

*
Er wordt gereflecteerd op de “reproduceerbaarheid van de resultaten”
*
Er wordt aangegeven in hoeverre verwacht wordt dat het onderzochte fenomeen “stabiel” is
*
Er wordt voldoende informatie gegeven waardoor een andere onderzoeker dezelfde stappen kan nemen om het onderzoek te repliceren

Ondanks dat de kans groot is dat er op basis van een replicatiestudie andere conclusies worden getrokken

De procedure in voldoende detail beschrijven is vaak uitdagender dan je zou verwachten!

12
Q

Wat is Geloofwaardigheid (Credibility)

A

Geloofwaardigheid van de bevindingen

*
De bevindingen volgen logisch uit het onderzoek

Theorie, onderzoeksvraag, dataverzameling, analyse, bevindingen en conclusies sluiten op elkaar aan
*
Er is voldoende informatie gegeven die aanleiding geeft tot de getrokken conclusies

Gedetailleerde beschrijving van context en proces (“thick description”)  belang van “field notes”!
Voorbeeld:
*
Het is helder op welke informatie de conclusies gebaseerd zijn
*
Er is duidelijk aangegeven waarom informatie op eenbepaalde manier is geinterpreteerd (sarcasme? → field notes)

12
Q

Wat is Bevestigbaarheid (Confirmability)

A

Duidelijke relatie tussen data en bevindingen

*
De relatie tussen data en bevindingen komt duidelijk naar voren, bijvoorbeeld door gedetailleerde beschrijvingen en gebruik van voorbeelden (e.g., quotes uit interviews)
*
‘Objectiviteit’ → ‘intersubjectiviteit’, kwalitatief onderzoek is namelijk per definitie subjectief
*
Data verzamelen en analyseren met collega-onderzoekers
*
Eventueel een check bij de deelnemers van het onderzoek (member check)

13
Q

Wat is Overdraagbaarheid (Transferability)

A

Toepasbaarheid in andere contexten

‘Toepasbaarheid’ verwijst hier niet naar stricte geldigheid van de conclusies in soortgelijke contexten of voor soortgelijke personen, maar naar de bruikbaarheid van de bevindingen
*
Een gedetaileerde beschrijving van de context waarin het onderzoek heeft plaatsgevonden en van de participanten die eraan hebben deelgenomen (i.e., “thick description” (Geertz, 1973))
*
Reflectie op hoe bovenstaande de bevindingen van het onderzoek hebben gevormd (denk naast kenmerken van de context en de participanten ook aan sociale wenselijkheid, reactiviteit)

13
Q

Waarmee kan je Validiteit vergelijken bij kwalitatief onderzoek?

A

Geloofwaardigheid? geloofwaardigheid van de bevindingen

14
Q

Waarmee kan je betrouwbaarheid vergelijken bij kwalitatief onderzoek?

A
  • Afhankelijkheid (Dependability) – repliceerbaarheid van het onderzoek
  • Bevestigbaarheid (Confirmability) – duidelijke relatie tussen data en bevindingen
15
Q

Waarmee kan je Generaliseerbaarheid vergelijken bij kwalitatief onderzoek?

A

Overdraagbaarheid (Transferability) – toepasbaarheid in andere contexten