Hoorcollege 2 Flashcards

1
Q

Welke 3 onderdelen zaten in de nieuwe methode van bacon?

A
  1. Epistemologische vooroordelen laten vallen
  2. Gebruik maken van empirische methoden; observeren en experimenten
  3. Inductie als belangrijk middel: zowel waarneming als verstand
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Idols of the tribe/idola ribus

A

Vooroordelen die we als mensheid hebben, zoals verkeerd inductie gebruik, confirmatie bias, visuele illusie, verkeerd geloof in god

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Idols of the cave/idola specus

A

Vooroordelen die we hebben omdat we tot een bepaalde (culturele) groep horen, denk aan extreme voorkeur voor vroeger, vernieuwing alleen willen voor de vernieuwing, denken dat anderen net als ons zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Idols of the marketplace

A

Vooroordelen die we hebben omdat we woorden hebben die naar dingen verwijzen in de werkelijkheid. Hierdoor gaat men denken dat alle woorden verwijzen naar iets in werkelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Idols of the theatre

A

Vooroordelen die we hebben omdat autoriteiten zeggen dat ze kloppen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Descartes: Ingeboren ideeën

A

Van nature in de menselijke geest aanwezig, onafhankelijk van externe ervaringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Descartes: Verworven ideeën

A

Afkomstig van zintuigelijke waarneming en ervaring in de buitenwereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Descartes: Verzonnen ideeën

A

Ideeën die door de geest zelf worden gecreeërd, denk aan zeemeerminnen of Pegasus (vliegend paard)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Locke: Enkelvoudige ideeën

A

Deze kun je niet splitsen, hebben geen onderdeel en bestaan uit een gedeelte. Bijv. de geur van een roos, warmte van de zon etc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Locke: complexe ideeën

A

Deze worden actief gevormd door de geest door het combineren, vergelijken of abstraheren van enkelvoudige ideeën. Denk aan eigenschappen, relaties, idee van substanties. Ze bestaan dus uit meerdere delen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Locke: primaire kwaliteiten/eigenschappen

A

Eigenschappen van de dingen zelf, onafhankelijk van de waarnemer. Denk aan de temperatuur van water.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Locke: secundaire kwaliteiten/eigenschappen

A

eigenschappen die bestaan op basis van oordeel van de warnemer. Bijv. dat het water warm is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Esse est percipi

A

Zijn is waargenomen worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Idealisme

A

Opvatting dat de werkelijkheid essentieel mentaal is en afhankelijk van de geest. Bij de gratie van waarneming, bestaat de fysische wereld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Res extensa

A

De materiële substantie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Res cogitans

A

De mentale substantie

17
Q

Hume: copy principe

A

Je doet impressies op en die resulteren in ideas in de geest

18
Q

Zegelring analogie

A

er blijft een indruk van een zegelring in de was staan als je de ring eruit haalt, de ring is hierbij de analogie die je hebt. Bijv. wanneer je in NY bent maak je indruk, wanneer je je ogen sluit kun je nog steeds die indruk maken

19
Q

Constante conjunctie

A

Wanneer je keer op keer een gebeurtenis na de andere ziet, ga je dit zien als een oorzakelijk iets. Dit is een vorm van inductief redeneren, en inductie is een ongeldige redeneervorm.