Hoorcollege 1

Question 1

Welke 3 vragen stelde de oude grieken zich bij het vergaren van kennis (epistémologie)?

Answer 1

1. Wat is (zekere) kennis?
2. Hoe kunnen we kennis rechtvaardigen?
3. Wat is de bron van kennis?

Question 2

Rationalisme

Answer 2

Kennis is afkomstig uit rede/ratio/verstand

Question 3

Empirisme

Answer 3

Kennis is afkomstig uit zintuiglijke ervaring/ door naar de wereld te kijken. Als je iets wilt weten moet je kijken/luisteren etc. Er is dus geen ingeboren kennis

Question 4

Scepticisme

Answer 4

Stelt dat we niets zeker kunnen weten, we moeten alles in twijfel trekken

Question 5

Episteme

Answer 5

Kennis van hoe dingen zijn

Question 6

Doxa

Answer 6

Mening over hoe dingen zijn

Question 7

Allegorie van de grot

Answer 7

Groep mensen zit vastgeketend in een grot en kijkt naar een wand met schaduwen. Ze zien in de schaduw concepten op de muur; ze denken dat de schaduw de echte concepten zijn, zoals een stoel. Plato wilt hiermee laten zien dat zintuigen geen echte kennis op kunnen doen, maar dat dit alleen met verstand kan

Question 8

Nativisme

Answer 8

Men heeft bij geboorte al alle kennis

Question 9

Tabula rasa

Answer 9

Men is een ongeschreven blad

Question 10

Peripathische principe

Answer 10

Ander woord voor empirische principe. Kennis komt voort uit goed gebruik maken van je zintuigen

Question 11

Inductie/apagogé

Answer 11

van specifieke gevallen naar algemeen. je ziet een hoop individuele stoelen en vanuit daar construeer je het algemene begrip stoel.
inductie is generaliseren

Question 12

Intuïtieve inductie

Answer 12

Via onfeilbare intellectuele capaciteit van de geest inzien dat abstracties zoals ‘alle mensen zijn sterfelijk’ noodzakelijk waar zijn.
Dit is rationalistisch element

Question 13

Waarom werd gedacht dat Aristoteles en de bijbel gelijken aan elkaar waren?

Answer 13

Alles wat Aristoteles zei, was terug te vinden in de bijbel. Aristoteles concludeert at er een eerste oorzaak moet zijn van ontstaan en vergaan: een onbewogen beweger. Dit wordt gezien als god.

Question 14

Wat is de theorie van stof en vorm van Aristoteles

Answer 14

Stof is in aanleg iets, dat pas door de vorm werkelijk iets wordt. Zo is een beeld eigenlijk al mogelijk aanwezig in een stuk marmer. Maar, het beeld kan ook weer stuk: proces van ontstaan en vergaan.

Question 15

Welke twee werelden zijn er volgens Plato?

Answer 15

De wereld van waarnemingen/verschijnselen en de wereld van ideeën waar je ziel thuishoort en al geweest is.
over de wereld van waarnemingen kun je geen kennis verkrijgen