Hoofdstuk 9. Strategisch management Flashcards

1
Q

Welke twee vormen van strategie implementatie zijn er binnen de organisatie?

A
  • Top-down: het top management bedenkt een strategie zonder de mensen op de werkvloer hierbij te betrekken
  • Bottom - up: vanuit de werknemers komt er een plan om de concurrentie voor te zijn, levert minder weerstand.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe creëer je draagvlak voor de implementatie van een strategie?

A

Combinatie bottom up top down. Groep apart nemen en tijd geven om mee te denken is ook een optie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een kenmerk van een spontante strategie?

A

Ondernemingen pakken de kansen die zich voor doen op het moment zelf. Achteraf is een patroon vaak wel te herkennen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn balanced scorecards?

A

Dit is methode om prestaties onderneming of businessunit te meten. Balanced scorecard
gebruikt vier perspectieven. Balanced scorecard biedt uitgangspunt voor meten prestaties afdelingen, businessunits in financiële en niet-financiële termen en biedt mogelijkheid strategie te vertalen in operationele termen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de vier perspectieven van balanced scorecards?

A
  • Financieel perspectief (bijvoorbeeld groei winst per aandeel of herstel solvabiliteit)
  • Klanten perspectief (meten hoe tevreden je klanten zijn)
  • Perspectief van interne processen (effectiviteit van de interne processen die gemeten en verbeterd kunnen worden)
  • Leer en groei perspectief (vaststellen hoe ver doelstelling ontwikkeling competenties wordt behaald)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat volgt eerst bij implementeren strategie: verandering van structuur of verandering van strategie?

A

Structuur onderneming wordt aangepast indien strategie onderneming verandert: structure follows
strategy. Onderneming moet eerst strategie vaststellen en indien nodig structuur aanpassen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de elementen van een organisatiestructuur?

A

Het is een ui: buitenste schil = organisatie leden, daarna gedeelde uiterlijke kenmerken, daarna gedeelde veronderstellingen, tot slot gedeelde normen en waarden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat betekend het begrip organisatiecultuur?

A

Organisatiecultuur wil zeggen dat door de leden van de organisatie normen en waarden gedeeld worden. Als die door alle
leden worden gedeeld sprake van sterke organisatiecultuur. Gedeelde normen en waarden leiden vaak
tot gedeelde veronderstellingen en vanzelfsprekendheden met betrekking tot werkelijkheid.
Organisatiecultuur deels zichtbaar in uiterlijke kenmerken huisvesting, kleding en manier waarop mensen
met elkaar omgaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat komst eerst: strategie of cultuur?

A

In de basis komt strategie eerst, maar zie het als een linkervoet en rechtervoet die elkaar volgen. De strategie wordt namelijk bepaald door mensen die de cultuur ook kennen. De twee volgen elkaar dus en bij de volgende stap kan het andersom zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly