Hoofdstuk 8 - Bloed Flashcards
Hoofdstuk 8.4 - Afvalstoffen
Welke uitscheidingsorganen zijn er?
Longen
Lever
Nieren
Huid
Wat is het grootste uitscheidingsorgaan?
Je huid.
Via zweetklieren gaan zouten en water uit je bloed. Door zweten komen deze afvalstoffen naar buiten
Hoeveel liter water verlies je per dag ongeveer via je huid?
Ongeveer een halve liter.
Bij inspanning nog meer!
Wat is de functie van zweten?
Afkoelen
Zouten en water afvoeren
Wat is uitscheiding?
Het verwijderen van afvalstoffen uit je bloed en je lichaam
Wat is de functie van je uitscheidingsorganen?
Ze helpen om de samenstelling van je bloed steeds ongeveer gelijk te houden.
Wat scheiden de longen uit?
Koolstofdioxide en water via uitademing
Wat scheidt de lever uit?
Gifstoffen uit het bloed (zoals alcohol en resten van medicatie)
Wat scheiden de nieren uit?
onder andere zouten, water en kleurstoffen via de urine
Uit welke twee bloedvaten krijgt de lever bloed aangevoerd?
Leverslagader (voert bloed met zuurstof aan)
Poortader (brengt bloed met voedingsstoffen vanaf de dunne darm naar de lever)
Wat doet de lever?
Afbreken en omzetten van stoffen:
- giftige stoffen
- eiwitten (hierbij ontstaat ureum)
- rode bloedcellen (slaat ijzer uit hemoglobine op)
Stoffen maken (gal)
Stoffen opslaan (glucose en vitaminen)
Welke afvalstof wordt in de lever gemaakt door de afbraak van overtollige eiwitten?
Ureum (wordt via het bloed naar de nieren gebracht en uitgeplast)
Via welk uitscheidingsorgaan raak je ureum omgezet door je lever kwijt?
De nieren, je plast ureum uit
Welke stof slaat de lever op?
Ijzer uit hemoglobine vanuit de afbraak van versleten rode bloedcellen.
Welke stof maakt de lever?
Gal, dit wordt gebruikt voor de vetvertering