Hoofdstuk 7 Flashcards
Hoofdstuk 7.3 - Eten
Wat zijn voedingsmiddelen?
Alles wat je eet en drinkt
Waaruit bestaan voedinsmiddelen?
Uit voedingsstoffen
Wat is de referentie-inname?
De referentie-inname geeft aan hoeveel je per dag van een voedingsstof nodig hebt.
Wat is ADH?
ADH staat ook wel voor Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid.
In welke 3 groepen kun je voedingsstoffen verdelen?
- Energierijke stoffen
- Bouwstoffen
- Beschermende stoffen
Waarvoor heb je energierijke stoffen nodig?
Voor energie om te bewegen en om warm te blijven.
Deze stoffen heten ook wel brandstoffen en zijn nodig voor de verbranding.
Kun je voorbeelden van energierijke stoffen noemen?
Koolhydraten
Vetten
Waar is koolhydraten een verzamelnaam voor?
Zetmeel
Glucose
Andere suikers
Waarvoor heb je bouwstoffen nodig?
Voor de groei en onderhoud van je lichaam.
Je groeit door aanmaak van nieuwe cellen.
Wat zijn voorbeelden van bouwstoffen?
Eiwitten
Vetten
Mineralen
Water
Wat zijn beschermende stoffen?
Deze heb je nodig om allerlei processen in je lichaam goed te laten verlopen zodat je niet ziek wordt.
Noem voorbeelden van beschermende stoffen
Mineralen
Vitaminen
Noem voorbeelden van mineralen
IJzer (nodig om rode bloedcellen te maken en zuurstof te vervoeren)
Calcium (nodig voor de opbouw van botten en tanden en voor goede werking van spieren)
Wat zijn voedingsvezels?
Vezels zijn geen voedingsstoffen maar ze zijn wel heel belangrijk. Ze zorgen dat je darmen beter werken, waardoor je eten beter wordt verteerd.
Noem voorbeelden van voedsel waar veel voedingsvezels in zitten
Plantaardig voedsel zoals:
- groente
- fruit
- bruinbrood