Hoofdstuk 8 Flashcards

1
Q

(ET41) Geef de definitie van instituties

Leg het verschil uit tussen harde en zachte instituties

A

Een institutie is een gemeenschap waarin meerdere gedeelde handeling patronen zijn, waardoor mensen samen iets kunnen bereiken.

Harde instituties zijn ‘tastbaar’, denk hierbij aan gezin, school, bedrijf

Zachte instituties zijn niet tastbaar maar wel bijdragen aan gedeelde handeling patronen, zoals moraal of gewoontes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

(ET 41) Leg uit hoe instituties het goede bedreigt, maar leg vervolgens ook uit hoe het goede leven niet zonder instituties kan.

A

Instituties zijn als een Januskop. Zo hebben instituties aan 2 kanten een gezicht. Aan de ene kant vorm het een bedreiging doordat we onze individuele vrijheid opgeven, zoals opgestelde regels. Aan de andere kant zorgen instituties ervoor dat we onze samenleving efficiënt en ordelijk kunnen inrichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

(ET 42) leg uit met een voorbeeld uit hoe instituties met elkaar samenhangen, en hoe wij daardoor een samenleving creëren.

A

Kijk bijvoorbeeld naar handel in bedrijven, hierin bestaan juridische overeenkomsten. Bij deze overeenkomsten wordt geacht dat beide handelende actoren binnen deze rechtsorde hieraan houden. Hierin zie je dat instituut bedrijf samenhangt met recht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

(ET 42) Laat zien hoe instituties persoonlijke vrijheid en het goede leven ondermijnen.

A

Doordat je lid bent van een samenleving met instituties heb je voordelen, je hoort erbij. Je bevindt bijvoorbeeld bescherming van door rechtsysteem.

Aan de andere kant bedreigen instituties voor de niet deelnemende mensen. Zoals een vluchteling kind dat uitgesloten is van onderwijs, hierin wordt zijn kans op goede leven ontnomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly