Hoofdstuk 4 Flashcards

1
Q

(ET13.1)Leg uit hoe het protestantisme in verband staat met het autonome individu

A

Bij het protestantisme is het belangrijk dat jij je individuele relatie met God goed onderhoudt, zonder de afhankelijkheid van een priester of kerk. In tegenstelling tot het katholicisme zegt het protestantisme dus dat jij als autonoom individu vrij bent in het maken van keuzes, zolang je jouw relatie met God maar zelf onderhoudt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

(ET13.2)Leg uit hoe de rationele bepaling van plichten in verband staat met het autonome individu

A

De rationele bepaling van plichten is een methode om voor anderen te bepalen aan wat voor morele verplichtingen ze moeten voldoen. We hebben de vrije wil nodig om goed te doen, wat betekent dat zonder vrije wil men niet autonoom kan zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

(ET13.3)Leg uit hoe de anti-burgerlijke religiositeit in verband staat met het autonome individu

A

Doordat de de elite de bevolking zo onvrij maakte door allemaal burgerlijke etiketten, moet je jezelf vrijbreken van deze burgerlijke orde, vandaar anti-burgerlijke religiositeit. Alleen zo kan je een autonoom individu zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

(ET13.4)Leg uit hoe de hoogst-individuele authenticiteit in verband staat met het autonome individu

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly