Hoofdstuk 7: metalen Flashcards

1
Q

wat zijn staalsoorten + bij welke 3 dingen zijn ze een hulpmiddel bij het bouwen ervan

A

een legering van ijzer en koolstof

+ ze zijn een hulpmiddel voor het bouwen van infrastructuur (bruggen,…), werktuigen en vervoersmiddelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn de grondstoffen voor staal

A

ijzeroxiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn 3 belangrijke ijzerertsen

A

hematiet

magnetiet

taconiet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is pelletiseren

A

dat is wanneer er uit erts ijzerrijke bestanddelen worden geconcentreerd en waarbij die dan aan elkaar gesinterd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe wordt ijzer bereidt

A

de gepelletiseerde ijzeroxide wordt in de hoogoven gestort

eerst wordt er een reducerend gas gevormd m.b.v. cokes en zuurstof die de zuurstof uit het ijzeroxide halen

dan wordt er kalksteen toegevoegd wat ervoor zorgt dat de onzuiverheden uit de erts binden tot vloeibare slak da achteraf afgetapt wordt

daarna wordt het gesmolten ijzer onderaan afgetapt = ruwijzer (is nog onzuiver met hoog C%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

teken het proces van het voorbereiden van ijzererts + benoem de delen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn de 3 soorten chemische samenstellingen van staal

A

C < 0.005%: zuiver Fe => zacht, ductiel en niet sterk

C tussen 0.06% en 2%: staal

C > 2%: gietijzer => bros

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is het probleem bij ruwijzer

A

het bevat 4 à 5% C en bevat ook teveel Si, S, P en Mn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is het raffineren van staal + welke 2 heb je bij staalraffinage

A

dat zijn processen om onzuiverheden uit ruwijzer te halen die gebaseerd zijn op oxidatie

+ het oxystaalproces en het elektro-ovenproces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe werkt het oxystaalproces bij het raffineren van staal

A

het is een peervormig stalen vat dat gevuld is met ruwijzer, schroot en vloeimiddelen

via een zuurstoflans wordt er O2 in het metaalbad geblazen wat zorgt voor de daling van het C-gehalte

Ar en vloeimiddelen helpen bij het raffinageproces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

2 eigenschappen van het oxystaalproces

A

er moet regelmatig controle gedaan worden op de samenstelling

het is het belangrijkste raffinageproces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe werkt het elektro-ovenproces

A

je laadt de oven met schroot en/of ruwijzer die smelten door het trekken van de elektrische boog tussen de smelt en grafiet elektroden

Dit proces wordt uitgevoerd door een in de smelt gebrachte zuurstoflans en door de werking van vloeimiddelen

dit proces geeft meestal meer zuiverder staal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welke 2 speciale raffinageprocessen zijn er nog

A

gieten van ingots

continugieten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe werkt continugieten

A

staal wordt eerst in een gietpan gegoten dan via trechter naar gietmachine

de matrijs van de gietmachine bepaalt de vorm van het halfproduct

de matrijs wordt met water gekoeld

het gesmolten staal blijft in de matrijs tot een massieve huid gevormd is

wanneer de kern gestold is wordt het versneden in stukken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is er speciaal bij continugieten

A

de aard van de bij stolling gevormde korrels en hoe deze worden gewijzigd heeft grote invloed op eigenschappen van het staal

want korrelgrootte houdt verband met sterkte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is het verband tussen korrelgrootte en sterkte bij staalsoorten

A

staalsoorten met kleine korrels zijn meestal sterker dan staalsoorten met grotere korrel

17
Q

wat is gewalst staal + welke 2 soorten zijn er in de staalfabriek

A

plastische vervorming langs talkrijke glijvlakken in de kristallen

+ warmgewalst staal enen koudgewalst staal

18
Q

wat gebeurt er bij warmgewalst staal

A

bij het roodheet gloeien van staal door walrollen worden de korrels platgedrukt en daarna direct weer aan elkaar gegroeid = herkristallisatie

19
Q

wat gebeurt er bij koudgewalst staal

A

er is geen dynamische herkristallisatie maar de korrels worden platgewalst dur het staan wordt harder waardoor de vervormbaarheid verlaagt

20
Q

wat zijn 2 belangrijke termen die gebruikt worden bij het beschrijven van de verwerkingsprocessen in de staalindustrie

A

koolstofstaal

gelegeerd staal

21
Q

geef de morfologie of vormleer van staal

A

legering van Fe en C (C% tussen 0,06% en 2,0%)

22
Q

geef de morfologie of vormleer van ferriet

A

KRC rooster en α-ijzer (C% max 0,02%)

stabiel op KT, zacht, ductiel en magnetisch

23
Q

geef de morfologie of vormleer van austeniet

A

KVC rooster en γ-ijzer (C% max 2%)

wordt gevormd op hogere T, zacht, matig sterk en niet-magnetisch

24
Q

geef de morfologie of vormleer van cementiet

A

Fe3C (C% is meer dan 6,0%)

verbinding met ijzer en koolstof, hard en bros

25
Q

geef de morfologie of vormleer van martensiet

A

TRC-rooster, ontstaat na afschrikharden

26
Q

wat is afschrikharden

A

warmtebehandeling van staal

metalen kunnen onder invloed van temperatuur veranderen van structuur waarmee ze de eigenschappen kunnen beïnvloeden

27
Q

5 eigenschappen van afschrikharden

A
28
Q

wat is perliet

A

dat is een laagstructuur met afwisselend laagjes ferriet en laagjes cementiet

29
Q

wat zijn de 3 basiseisen voor een volledig geharde structuur te verkrijgen (100% martensiet)

A

een koolstof-geholte van 0,6%

verwarmen tot austenitische temperatuur

snelle afkoeling