Hoofdstuk 2: roosterfouten Flashcards
2 eigenschappen nog van kristallen
ze zijn zelden perfect
ze kunnen fouten hebben in de roosters
waarom zijn fouten in kristalroosters belangrijk?
omdat ze zorgen voor belangrijke eigenschappen van materialen
welke soorten kristalfouten kun je hebben
puntfouten: op een punt
dislocaties: langs een lijn
korrelgrenzen: over een vlak
welke 2 soorten vaste oplossingen heb je
substitutionele vaste oplossing
interstitiële vaste oplossing
wanneer heb je een volledige oplosbaarheid bij de substitutionele vaste oplossing
wanneer één type atoom een ander soort atoom vervangt en dat gaat wanneer er wordt voldaan aan wat regels
wat zijn de 4 regels voor te voldaan aan volledige oplosbaarheid bij de substitutionele vaste oplossing
minder dan 15% verschillen in atoomdiameter
dezelfde kristalstructuur
vergelijkbare EN-waarde
dezelfde chemische valentie
wat gebeurt er als dezelfde chemische valentie niet wordt behouden bij de substitutionele vaste oplossing
dan is er een beperkte oplosbaarheid
wat is een interstitiële vaste oplossing
dat is wanneer een kleiner vreemd atoom zit op een plaats die normaal niet bezet is door atomen
wat zijn de 2 voorwaarden voor een interstitiële vaste oplossing
de diameter legeringsatomen moet kleiner zijn dan de grootte van lege plaatsen tussen roosteratomen
de atomen moeten vergelijkbare elektronegativiteit bezitten
wat is het doel van de interstitiële vaste oplossing
het maken van legeringen om de sterkte van het metaal te verhogen
wat is een eigenschap van puntfouten
dat de onderbreking van het rooster heel gelokaliseerd is
welke 3 soorten puntfouten heb je + leg uit
vacature: lege plaats in het rooster
zelfinterstitieel: rooster atoom op de verkeerde plaats
aanwezigheid van een vreemd atoom
welke onderverdeling heb je bij aanwezigheid van een vreemd atoom bij puntfouten + leg uit + andere naam
substitutioneel: vervangend roosterdeeltje + substitutionele legeringen
interstitieel: op een plaats die normaal niet bezet is door deeltjes + interstitiële legeringen
hoe ontstaat een lijnfout of dislocatie (2)
bij het stollen van materiaal
tijdens mechanische vervorming
welke 2 types van dislocaties heb je
randdislocatie
schroefdislocatie
welke soort dislocatie is dit
randdislocatie
welke soort dislocatie is dit
schroefdislocatie
wat zijn 4 kenmerken van dislocaties
wat is een polykristallijn materiaal + waar komt het meestal voor
Polykristallijn materiaal = materiaal opgebouwd uit meerdere kristallen met een oriëntatieverschil + technische materialen
wat is een oppervlaktefout + ander woord
een oppervlaktefout of een korrelgrens is een grenszone tussen 2 korrels die een verschillende oriëntatie vertonen
wanneer ontstaan oppervlaktefouten (2)
tijdens het stollen of het vervormen van het materiaal
welke 3 soorten oppervlaktefouten heb je
tweelinggrenzen
subgrenzen
korrelgrenzen
wat is een tweelinggrens + hoe ontstaat het
die scheidt 2 symmetrische kristallijne regio’s +
door het koud of heel snel vervormen van materialen
wat zijn subgrenzen
dat is een oppervlaktefout waarbij het oriëntatieverschil tussen beide kristallen minder is dan 2°
wat zijn korrelgrenzen + wanneer ontstaan ze
dat zijn oppervlaktefouten die een oriëntatieverschil hebben tussen kristallen groter dan 2° + bij stollen
teken een schets van een korrelgrens
welke soort oppervlaktefout is dit
tweelinggrens
welke soort oppervlaktefout is dit
subgrens
welke soort oppervlaktefout is dit
korrelgrens
synoniem voor kristalrooster
korrels
wat is de oorzaak en gevolg van kiemvorming bij kristallijne materialen
oorzaak: als de stoltemperatuur bereikt wordt dan begint de kristallisatie op veel plaatsen tegelijk
gevolg: kiemen groeien uit tot korrels
wat gebeurt er met groeiende korrels die elkaar raken
als de oriëntatie hetzelfde is, dan versmelten ze tot 1 groot kristal (kans is klein)
wat is het eindresultaat van de kiemvorming
je krijgt een polykristallijn materiaal
waar is de korrelgrootte afhankelijk van + bespreek 2 mogelijkheden
van de afkoelsnelheid
trage afkoeling = weinig kiemen = grofkorrelige kristallijne structuur
snelle afkoeling = veel kiemen = fijnkorrelige structuur