Hoofdstuk 7: De Verlichting kantelt: Immanuel Kant Flashcards

1
Q

Smalle / deontologische / formele ethiek

A

Door het feitelijke pluralisme en de opvatting door Adam Smith verkondigd dat de mens naast een sociaal ook een egoïstisch, zijn eigenbelang nastrevend wezen is, berperkt de moderne ethiek zich tot het bevorderen van de vreedzame co-existentie van mensen. Deze ethiek ontwerpt procedurele regels van conflictregulering. Wat moet bevorderd worden is een klimaat van wederzijds respect voor de verschillende opvattingen over het ‘goede leven’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Teleologische ethiek

A

de begeerten benaderen vanuit een rationeel standpunt: bereken hoe we eenieders behoeften op lange termijn optimaal kunnen bevredigen. Goed is dan wat onze behoeften bevredigt. Wat in ethisch opzicht telt, is de nuttigheid of het extern effect van handelingen. De rede is dan het instrumenteel vermogen om te bekreunen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Deontologische of plichtethiek

A

moreel handelen is handelen vanuit de bereidheid om zich te onderwerpen aan onvoorwaardelijke, universele regels die geldig zijn voor alle redelijke wezens, ‘uit plicht’, ‘uit respect’ voor de universele zedenwet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Een formele of procedurele ethiek

A

Men hecht primair belang aan de vorm van de regels of normen en men probeert een universeel standpunt te construeren, uitgaande van de formele eisen die een redelijk wezen zich stelt. Zo ontstaan procedurele systemen die het goede bepalen vanuit de a-priorische eisen van een redelijke instemming zelf. Een regel of norm is dus goed als hij de juist vorm heeft of op een juiste manier tot stand is gekomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Piëtisme

A

een hervormingsbeweging binnen het Duitse lutheranisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Lutheranisme

A

de belangrijkste stroming binnen het protestantse christendom. Het is het geheel van het theologische en kerkgelijke erfgoed dat is voortgevloeid uit het werk en de leer van de belangrijke hervormer (reformatie) Maarten Luther.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Maxisme

A

de subjectieve beweegreden van een daad; een stelregel die mensen voor zichzelf opstellen om hun doeleinden un hun concrete omstandigheden zo goed mogelijk te realiseren. Deze regels hebben een dwingend karakter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Imperatieven

A

praktische wetten die algemeen geldig geacht worden voor iedereen die tot een bepaalde gemeenschap behoort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hypothetische imperatieven

A

praktische wetten die aan een voorwaarde verbonden zijnen dus enkel voorwaardelijk gelden. Dit is een wet die enkel geldt voor zij die aan een voorwaarde voldoen, maar voor hen geldt die dan wel algemeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Categorisch imperatief

A

is een maxime (een motief) die de vorm van een algemene onvoorwaardelijke wet kan aannemen. De zedelijke wet kan enkel algemeen geldig en onvoorwaardelijk zijn als ze de vorm aanneemt van een louter formele wet. Een wet die dezelfde is voor alle personen zonder onderscheid die een gelijkaardige beslissing zou moeten nemen. = Categorische imperatieven zijn alle praktische wetten waarvan we op redelijke wijze kunnen aannemen dat die gelden voor alle mensen zonder onderscheid in gelijkaardige omstandigheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly